Sies en Anne-Christine zijn ook dit jaar weer present in de grote optocht in Venray.
Sies en Anne-Christine zijn ook dit jaar weer present in de grote optocht in Venray. Foto: Henk Lammen

'Je speelt een act'

Venray | Ze zijn onmisbaar en nadrukkelijk aanwezig in iedere carnavalsoptocht: de eenlingen of duo's. Faatsen of einzelgängers zijn de kern van vastelaovend. Met hun act, hun humor houden ze mensen langs de kant een spiegel voor. De eenling heeft op zijn beurt de massa nodig om te stralen. Sies Liebrand (68) uit Venray weet er alles van. Voor hem is deelnemen aan de optocht eenzelfde vanzelfsprekendheid als 's morgens bij het ontbijt een kopje koffie drinken.

Door Henk Lammen

De koffie pruttelt, op de tafel liggen stukken hout en papier, een zaag en de boormachine liggen binnen handbereik en op de grond staat een ladenkastje met duizenden knikkers. De eerste splinters hebben zich al een weg geboord in de vingers van Sies. Buiten in de tuin staan twee rollators, voor een groot deel al geprepareerd om tijdens de grote optocht te fungeren als hulpmiddel om de boodschap uit te dragen. Om alvast in de vastelaovessfeer te komen wordt een cd opgezet en met het nummer Geluksknikker van Rowwen Hèze wordt een tipje van de sluier opgelicht hoe Sies en zijn vrouw Anne-Christine (66) als nummer elf door de straten van Venray trekken. "We kunnen niet teveel verraden, maar dat het met knikkers te maken heeft, mag duidelijk zijn", wuift Sies een toespeling op het thema van dit jaar weg. Hij hult zich in stilzwijgen, maar een goede observant weet welke richting het uit gaat. "Alles draait om het idee. Daar ben ik het hele jaar mee bezig. Als ik iets zie of er gebeurt iets dan denk ik vaak 'is dit iets voor vastelaovend?' Het allermooiste is om de actualiteit te raken. Het kan ook goed zijn dat we op het allerlaatste moment switchen. Dat enkele dagen voor de optocht iets voorbijkomt waar we op inspringen. Het thema ontstaat dan ook meestal uit spontaniteit."

Trots als een pauw

Vastelaovend is Sies Liebrand door zijn ouders met de paplepel ingegoten. Als 5-jarige liep hij in 1956 voor het eerst mee tijdens de optocht van carnavalsvereniging Bombakkes in zijn geboorteplaats Gennep. Een jaar later was hij ballonnenkoopman en zo trots als een pauw toen de prins zijn ballonnenstok in de optocht meenam. Begin jaren 70 verhuisde hij vanuit Gennep naar de gemeente Venray. Het vastelaovendvirus nam hij mee. Hij werd een vaste deelnemer van optochten in Oostrum en Venray. In de jaren 77 tot 81 moest hij noodgedwongen verstek laten gaan. "Toen woonden we enkele jaren in Curacao."

'Mensen straal voor de gek houden'

Bij terugkomst werd de draad weer opgepakt. Hij werd zelfs lid en voorzitter van de optochtcommissie. Liebrand kijkt ieder jaar opnieuw uit naar de grote optocht. Het liefst met startnummer elf. "Het gekkengetal, hè", glimlacht hij. Tal van creaties vielen in de afgelopen jaren in de prijzen. 'Geld stink nie', 'Ik wil unne boer als miljonair', Weej zien gek op zwarte Piete', 'De weg kwiet' of 'Ut wert allemaol minder', zo maar een greep uit de thema's die voorbijkwamen. Inmiddels liep Liebrand meer dan 50 optochten. De laatste tien jaar samen met zijn vrouw Anne-Christine. Naast genieten is vooral het contact met het publiek langs de kant het allerbelangrijkste. "Lekker de mensen straal voor de gek houden, prachtig toch", zegt hij glunderend. "De uitwerking van de creatie moet perfect zijn, vooral ook hufterproof. Het ergste is als onderweg iets afbreekt." Een keer waagde hij zich aan de wintersport tijdens de drie dolle dagen. "Leuk, maar dat is het toch niet." De bijna zeventiger slaat gaan carnaval meer over. In Venray niet, maar ook buiten de gemeentegrenzen viert hij het feest. De boerenbruiloft in Venlo staat hoog genoteerd op zijn lijstje. "Het is prachtig om te zien hoe massaal, maar ook intens dit feest wordt gevierd. Die saamhorigheid, daar kan ik echt van genieten." Het liefste vermaakt hij dan ook de mensen langs de kant van de optocht. De kracht van de eenling zit volgens hem in de een-op-eenaandacht. Naar de mensen toelopen en betrekken bij de stoet die voorbijtrekt. "In feite speel je een act. In het begin van de optocht is het even uittesten. Wat valt wel of niet in de smaak bij de mensen. Dan ben je als het ware de act in de optocht aan het polijsten. Aan het einde staat het als een huis. Dan geniet ik echt met volle teugen."