OPINIE

Visie zit in dorpen

VENRAY | Je druk maken over de toekomst moet af en toe. Doet Venray ook. Burgemeesters, wethouders en de politiek doen eigenlijk niet anders. Ze moeten wel. Daar zijn er immers voor uitgekozen, voor in het leven geroepen. Het is hun bestaansrecht. Dat geldt ook voor de dorps- en wijkraden. Maar er zijn grenzen aan dat drukken. Projectplan toekomstvisie Venray 2030 is er zo een (zie op deze pagina De blik gaat van 2025 naar 2030, wat twee ton kost.)

Door Henk Baltussen


Komende lente, dan weten we het. Dan is duidelijk hoe Venray er in 2030 voor moet staan. De komende maanden worden gebruikt om daarachter te komen. Enkele Amsterdammers worden ingevlogen om de Peelgemeente op weg helpen. In een twintig pagina's tellend rapport wordt uit de doeken gedaan hoe dat gaat gebeuren. Overigens is zo'n toekomstvisie ook al voor 2020 en 2025 uitgeschreven. Of die plannen allemaal zijn uitgekomen of nog uit moeten komen, is niet terug te vinden. Het zal allemaal wel, want dit keer 'wordt er echt met een schone lei begonnen, want de tijden veranderen', staat er letterlijk.

'Het proces moet energie genereren, creatief en innovatief zijn. Betrokken Venraynaren praten er met elkaar over in de winkelstraat, het wijkcentrum, op school, in de bieb, op de markt en sportclub. Huiskamergesprekken kan ook. Maar burgemeester en wethouders realiseren zich al wel dat de lat hierbij wel erg hoog ligt. 'Het risico bestaat dat we tóch te weinig mensen bereiken.' Maar ze blijven positief. Ze hopen op frisdenkers, smaak- en spraakmakers, op een energieke klankbordgroep met verbindend vermogen, op betrokkenen met hart voor Venray, op ambassadeurs. De 'stille meerderheid' moet worden bereikt'. En ga zo maar door. Ronkende zinnen en termen, het moet goed gaan komen met Venray in 2030.

Maar zitten die frisdenkers, smaak- en spraakmakers niet gewoon in de dorps- en wijkraden? Wordt in die contreien al niet bijna dagelijks over toekomstdromen gepraat? Praten die bevlogen vrijwilligers die geen cent kosten, daar al niet op gezette tijden met het college over? Leggen zij niet dagelijks hun oren te luister in de haarvaten van de dorpen en wijken en kunnen zodoende precies aangeven hoe ze de toekomst voor ogen zien? Is de aanleg van glasvezel niet ontsproten uit de dorpen? Gaven ze onlangs niet aan dat de dorpen best zorg willen dragen voor de huisvesting van arbeidsmigranten? Kan het college zich niet beter direct gaan storten op huidige majeure problemen als inderdaad de huisvesting van Polen, op woningbouw in de dorpen (of niet, is ook een keuze), op het faciliteiten van dorpsprojecten die vanuit diezelfde dorpen zijn opgeborreld? Het college wil meer visie horen. Waarom dan, in tijden waarin het tegenwoordig al onmogelijk is maar zelfs een jaar vooruit te denken? Wat er in de lente ook uitkomt, het Amsterdamse bureau Futureconsult, dat met zijn handjevol futurestrategisten (zo heten ze echt) Venray binnentrekt, doet dat waarschijnlijk over vijf jaar weer. Weer met een schone lei.