Een stel jonge Venrayse mannen die in het veldleger hun mobilisatietijd doorbrachten.
Een stel jonge Venrayse mannen die in het veldleger hun mobilisatietijd doorbrachten. Oude foto

Einde WOI

Venray | Tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) werden heel wat jonge mannen opgeroepen in militaire dienst.

Nederland wist wel neutraal te blijven tijdens deze oorlog, maar het leger was vier jaar lang gemobiliseerd. De lange mobilisatie veroorzaakte grote problemen bij de boerenbedrijven en in fabrieken. Veel goede arbeidskrachten waren opgeroepen om hun land als militair te dienen en dat had grote gevolgen voor de economie van ons land. Het brood ging op rantsoen en vet en vlees waren slechts zeer beperkt verkrijgbaar. Ook gingen sommige levensmiddelen, zoals aardappelen en peulvruchten, op de bon. Brandstoffen werden peperduur. De bevolking kreeg slechts een minimum-rantsoen tegen een betaalbare prijs. Het werd dus voor velen koukleumen. Textiel, zeep en schoeisel was nauwelijks te krijgen en velen verwachtten een regelrechte hongersnood, met name in de steden. De boeren in onze gemeente werden aangespoord om hard te werken en late aardappelen te verbouwen. De smaak was daarbij niet zo belangrijk, maar vooral de hoeveelheid speelde een grote rol. Oude, lekkere soorten verdwenen en daarvoor kwamen de rode sterpoters uit Friesland en industriepoters van de kleigrond in de plaats. Boeren werden ook dringend verzocht zwarte haver te zaaien, want daar kon men havermout van maken en dit kon ook bij ander meel gevoegd worden. Een militair kreeg ruim twee keer zoveel brood, vijf keer zoveel aardappelen, vijf keer zoveel vet en tien keer zoveel vlees als een niet-militair. Het is dit jaar honderd jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog beëindigd werd.

De foto van een stel jonge Venrayse mannen die in het veldleger hun mobilisatietijd doorbrachten, is uit 1917. Staand v.l.n.r.: Engelbert Jacobs uit Castenray; Jan Arts (kok) uit Merselo. Zittend v.l.n.r.: Piet van Lipzig uit Venrays Broek; Hândrie van Lipzig uit Ysselsteyn. De foto laat zien hoe de Nederlandse militairen tot mei 1940 geüniformeerd waren. Ze droegen een veldmuts en velen droegen buiten diensttijd een kepi. De beenwindsels, 'puttees' genoemd, en de hoogstaande kraag waren niet prettig om te dragen. Aan de veldmuts en kepi kon je zien bij welk legeronderdeel de soldaat was ingedeeld. De korte uniformjas (tuniek) moest altijd dichtgeknoopt gedragen worden.
Foto: Stichting Heemkundig Genootschap Castenray. Kijk ook eens op www.rooynet.nl. Daar vindt u tal van oude foto's, films, documenten en geluidsfragmenten. Ook kunt u daar oude jaargangen van Peel en Maas en het Genealogisch Archief van de Gemeente Venray inzien.
Werkgroep RooyNet/Historisch Platform Venray