Samenscholing

Twee jaar geleden was het een hype. Kijkduin werd overspoeld door Pokémonjagers, weet u nog? Tegenwoordig komen ze – in iets kleineren getale – naar mijn straat. Sommigen per fiets, anderen te voet, een enkeling met de auto. In een mum van tijd staan er tien tot vijftien man samengeklonterd, recht tegenover mijn huis, aan de overkant van de straat op het grasveld.

'Heb je er geen last van?' vragen mensen me regelmatig.

Zondagavond verzamelden ze zich weer. Ik liep naar de badkamer, opende het raam, keek en luisterde stiekem. In een soort van cirkel stonden ze, vooral (maar niet alleen) tieners en twintigers, vooral (maar niet alleen) jongens. Iemand riep: 'Heb jij een eigen goal gescoord?' Ik kon niet achterhalen of die vraag sloeg op een computerspelletje of een echte sportwedstrijd.

Zo gaat het elke keer. Terwijl alle blikken strak op het schermpje zijn gericht, wordt er druk gepraat, klinkt regelmatig een lach, doet niemand een vlieg kwaad. Slechts één minpuntje zie ik: soms staat een deel van het groepje met één of twee benen op straat en moet verkeer uitwijken.

Maar last? Nee. Integendeel. Terwijl op een stevige steenworp van mijn huis regelmatig een samenscholingsverbod geldt, heerst bij mij voor de deur samenscholingsgenot. Zo kan het ook.