Afbeelding
Foto: Antoon Jeuken

De Esch

Ik hoor het de buurvrouw van een paar deuren verder nog zeggen, vorige week zondag: 'Ik hoop zó dat ze dat huis opknappen en niet afbreken.' Ze bedoelde het huis op de hoek van de Mgr. Nolensstraat en de Dr. Poelsstraat. Het stond al een tijdje leeg. En iedereen kon zien dat er het nodige aan moest gebeuren. Maar ik snapte haar hoop. Want de grandeur van vroeger, die had het nog.

Ergens begin jaren zestig bezocht de dierenarts mijn grootouders' boerderij in Ysselsteyn. Terwijl hij zich over een van de dieren boog, vroeg oma waar hij woonde (beetje nieuwsgierig was ze wel). 'Ik woon op De Esch,' antwoordde de man. Volgens mijn moeder – die erbij stond – was oma diep onder de indruk van dit antwoord. De Esch vond ze prachtig.

De wens van mijn buurtgenote is niet verhoord. Integendeel. Slechts drie dagen na die zondag was De Esch – ook bekend als 'het huis van de dierenarts' – een stapel gesloopte stenen. De dader – een oranje bulldozer – stond ernaast, zwijgend, zijn lange arm rustend op de grond, wassend in onschuld.

Voor de zekerheid heb ik afgelopen dinsdag foto's gemaakt van het pand op de Nolensstraat pal naast de dierenarts. Dat vind ik prachtig. Zodat als iemand dat pardoes tegen de vlakte gooit ik wél kan zeggen: gelukkig heb ik de foto's nog.

Stan Verhaag