Afbeelding
Foto:

Biografie Truus Lemmens (1914-2000)

Oostrum | Gertruda Maria Johanna (Truus) Lemmens werd op 1 juli 1914 in Oostrum geboren als dochter van Renier Lemmens en Lamberdina Poels. Haar vader was directeur van de stoomzuivelfabriek H. Maria in Oostrum en om die reden geen onbekende in het dorp. Het gezin telde vijftien kinderen, waarvan Truus het elfde kind was. Zij woonden aan de Mgr. Hanssenstraat 23-25 en Truus groeide in Oostrum op.

Toen Truus zeven jaren oud was trad haar oudere broer Lambert in bij de paters Minderbroeders Franciscanen. Na de middelbare school volgde ze de opleiding lerares Engels. Haar broer Lambert was inmiddels in Karachi (Pakistan) als missiepriester werkzaam. Truus was in die periode dermate ziek dat haar broer in de missie vreesde haar ooit nog terug te zullen zien. Truus herstelde en op 14 oktober 1939 vertrok ook zij naar de missie. Ze trad in als eerste Europese vrouw in een nieuwe inlandse congregatie van de Zusters Franciscanessen van Christus Koning in Karachi. Haar broer Mgr. Salesius Lemmens had deze gesticht en stond aan het hoofd. Ze deed dit samen met zuster Anna Reyn uit Hilversum. De congregatie begon met zes zusters en was opgericht voor inlandse zusters.

Deze zusters gingen gekleed in witte gewaden met een roze rand, rozenkrans en missiekruis. Mgr. Salesius Lemmens is in 1942 door verdrinking om het leven gekomen. Truus ging onverminderd door met haar werk. Ze wijdde zich vooral aan de armsten van deze Oosterse wereld. De kindersterfte was ontzaglijk groot wegens het ontbreken van hygiƫnische voorzieningen. Ze richtte tal van inlandse scholen, maar ook enkele Engelse scholen op. Veel aandacht schonk zij de aan ziekenverpleging. Ze trok op kamelen, onder begeleiding van een ossenwagen, de binnenlanden in. De zusters hadden in acht jaar tijd negen kloosters gesticht, van waaruit het missiewerk kon worden voorgezet. In 1957 telde de congregatie reeds zeventig inlandse zusters.

In de zomer van 1957 kwam Truus, samen met zuster Anna, op vakantie in Oostrum. Ze werden door de Oostrumse harmonie muzikaal onthaald. Tijdens deze vakantie, die enkele maanden zou duren, maakte Truus zich verdienstelijk door lezingen te houden over haar missiewerk. In 1964 kwam Truus wederom naar haar geboortedorp op vakantie. Dit keer om haar zilveren professie te vieren. Ze had geld geleend voor de heenweg en vertrouwde op de mensen in haar geboorteland, dat ook haar terugreis verzekerd was. Haar congregatie, die aanvankelijk met zes zusters begon, was inmiddels uitgegroeid tot honderd zusters. Het resultaat van al het harde werk was ook dat er in 1964 veertien kloosters waren in India en Pakistan. Er waren vijf scholen voor de allerarmsten, vijf kostscholen, een Mulo voor 2000 leerlingen, drie hospitalen en twee klinieken. Voor India en Pakistan werden dit zeer belangrijke instituten. Truus was bescheiden als men over haar aandeel hierin sprak.

In juni 1968 werd Truus, die inmiddels in de gemeente Venray beter bekend stond als zuster Lemmens, benoemd tot vicaris-generaal van de Pakistaanse zustercongregatie. In 1970 was zuster Lemmens te gast bij de televisieshow van Willem Duys, om hulp te krijgen voor haar tehuizen en haar missiewerk. Dit had effect, want ze kreeg ruime financiƫle bijdragen van instellingen en particulieren.

In 1971 kwam Truus weer naar Nederland om in Sittard een operatie te ondergaan. Ze had inmiddels in Karachi het enige Pakistaanse tehuis voor geestelijk gehandicapten gesticht. Tevens was er een dagverblijf voor verschoppelingen. Elke ochtend pikte ze zestien zwervende kinderen van straat. Samen met haar helpers werden ze gewassen, kregen ze eten en vooral liefde. Door ook de minder begaafden in het tehuis op te nemen, probeerde zuster Lemmens de mentaliteit van de inheemse bevolking om te buigen.

Inmiddels had een broer van Truus in Sittard de Stichting Truus Lemmens Thuisfront opgericht; deze bestaat nog steeds. De stichting tracht nog steeds de projecten in Pakistan financieel te ondersteunen. Zelf beklom Truus de preekstoelen van Dokkum tot Wessem, om zo wat extra geld bij elkaar te krijgen om de armsten der armen in haar missieland meer levensvreugde te kunnen geven. Zelfs de organisatoren van het Midsummer Pop in Meerlo schonken een deel van de opbrengst in 1971 aan zuster Lemmens.

In de jaren die volgden werden regelmatig acties gehouden onder de naam "Help haar helpen". Ook werden een fancy-fair en andere activiteiten of geldinzamelacties georganiseerd, waarvan de opbrengst voor zuster Lemmens was. Zelfs de collecte van de carnavalsmis in Oostrum van 1983 ging naar deze onvermoeibare zuster. In menig ingezonden stuk in Peel en Maas zijn haar warme dankwoorden te lezen.

In 1978 had Truus drie tehuizen gesticht. Een tehuis was bedoeld voor ongeveer vijftig kinderen die zowel geestelijk als lichamelijk gehandicapt waren. Een tehuis voor lichamelijk gehandicapte kinderen die moedwillig verminkt waren en vaak vele operaties nodig hadden. Het derde tehuis was bedoeld voor gezonde maar verlaten kinderen of wezen. Overal stonden schone kinderbedjes.

In 1981 was Truus erin geslaagd het achtste tehuis te stichten. In totaal werden meer dan 500 zorgkinderen aan haar toevertrouwd. Ook poliokinderen en oudere hulpbehoevenden werden liefdevol door Truus verzorgd. In dat jaar was ook een groot ziekenhuis in aanbouw. Haar missiewerk kreeg steeds meer belangstelling en de aandacht vanuit Nederland werd steeds groter. Ze kreeg bezoek van een minister en van een Kamerdelegatie. Personeel van de KLM bezocht haar. De Telegraaf voerde actie voor een van haar zorgenkinderen. De Lions Club van Schoorl hielp met een container vol ziekenhuisspullen. Nederlandse meisjes gingen zes maanden lang gratis bij haar werken.

In 1985 bracht ze een bezoek aan Venray vanwege een gouden huwelijksfeest van haar broer. Ze vond het steeds moeilijker Pakistan en haar zorgenkinderen tijdelijk te verlaten. Ze hield van de kinderen, al waren ze nog zo mismaakt. "Voor elk schepsel van God is het de moeite waard terug te keren naar Pakistan".

In 1989 kreeg ze een hoge onderscheiding uit handen van Benazir Bhutto, de eerste vrouwelijke premier van Pakistan. De onderscheiding heette: Sitara Quaio Asam, hetgeen betekent: Ster van de Stichter (Jinnah). Het is bijzonder dat een islamitisch land een hoge onderscheiding uitreikt aan een katholieke zuster.

Op advies van haar bisschop ging ze in oktober 1989 weer naar huis in Oostrum om haar gouden kloosterjubileum en haar 75ste verjaardag in besloten kring te vieren.

De geldinzamelingen gingen onverminderd door, evenals haar missiewerk. De ene na de andere vastenactie werd voor zuster Lemmens gecollecteerd. In Oostrum werd een speciale bankrekening voor haar missiewerk geopend.

Op 27 oktober 2000 overleed in Karachi deze "Moeder Theresa van Pakistan" zoals ze in Karachi werd genoemd. Ze stond bekend als een warm en liefdevol persoon, die veel gevoel voor humor had. De "engel van Karachi" werd in Karachi begraven.