Anjo Coppus is trots op zijn nieuwe boek.
Anjo Coppus is trots op zijn nieuwe boek. Foto: Henk Lammen

Laat ze spelen

Venray | Hij heeft een eigen visie. Zijn voetbalgedachte druist tegen de filosofieën van de KNVB in. Anjo Coppus zette zijn ideeën op papier en op 29 juni wordt zijn boek Laat ze spelen gepresenteerd in het Parkhotel in Horst. De voetbaltrainer uit Venray is apetrots op het handboek en hoopt andere voetbaltrainers te inspireren.

Door Willem Menting

Coppus is al jaren bezig met zijn boek. Hij bezocht onder meer de jeugdopleidingen van FC Barcelona en FC Porto. Daarnaast voerde hij gesprekken met Pepijn Lijnders (assistent-trainer Jürgen Klopp bij Liverpool, red). Zelf trainde Coppus jarenlang in de jeugdopleiding van VVV- Venlo en momenteel is hij hoofd opleidingen bij eersteklasser Brabantia in Eindhoven. De titel Laat ze spelen komt niet uit de lucht vallen. "Kinderen moeten spelenderwijs beter worden. We trainen in Nederland veel te taakbewust. Ik zoek met mijn boek een andere benadering. Ik probeer wat toe te voegen."

Tijdens trainingen en wedstrijden komen jeugdvoetballers er vaak achter dat hun spelbegrip en techniek ontoereikend zijn om keuzes te maken. "Op het moment van die ontdekking ontstaat de basis voor voetballers om zich individueel verder te ontwikkelen. Individueel, omdat iedere speler een andere leerbehoefte heeft." Coppus maakt zich zorgen om de staat van het Nederlandse profvoetbal. Zelfs de internationals maken te weinig eigen keuzes. "Iedereen speelt taakbewust. Zo trainen we ook. Ik vind dat dat anders moet. Laat de jongens het in eerste instantie zelf uitzoeken. Natuurlijk moet een trainer oefeningen uitzetten, maar de basis moet in eerste instantie niet te ingewikkeld zijn."

Volgens Coppus heeft Nederland een uitstekend opleidingsklimaat. Bijna ieder dorp heeft nog een voetbalclub en daar kan Nederland de vruchten van plukken. "Ons opleidingsklimaat behoort tot de beste van de wereld. We hebben mooie accommodaties en er zijn veel goede clubs in een relatief klein gebied. In de Verenigde Staten moeten kinderen vaak uren rijden voor een wedstrijd. Onze spelers niet. Er is ongelofelijk veel talent in Nederland. We moeten alleen anders gaan trainen. Eigenlijk is voetballen niet zo moeilijk. Je moet aanvallen of verdedigen en je moet een doelpunt meer maken dan de tegenstander."

Coppus werkt naast zijn werkzaamheden in de voetbalwereld ook nog als docent lichamelijke opvoeding in Uden. De Venraynaar woont tegenwoordig in Oirschot. Samen met Jurgen Langenhuizen startte hij in 2018 The Football Coaching Institute. "Wij focussen ons op het voetbalspel, de rol van de trainer en de manier waarop kinderen en jongeren leren voetballen. We hebben een toonaangevend opleidingsprogramma ontwikkeld met als doel om het coaching potentieel te maximaliseren. Dat doen we met seminars, cursussen en workshops en tevens één-op-ééncoaching."

Overigens begrijpt Coppus als geen ander dat hij het opleidingsklimaat moeilijk kan veranderen. "Ik ben geen Phillip Cocu en ik heb ook geen honderd interlands gespeeld. Toch proberen we voor een verandering te zorgen. Ik denk dat dit de beste manier van opleiden is. Ik hoor wel dat er meer trainers zijn die het met ons eens zijn. Dat is een goed teken."

Nu volgt eerst de boekpresentatie in Horst. Een spannende tijd breekt aan voor Coppus. Hij is al sinds 2013 bezig Laat ze spelen. "Je hoopt natuurlijk op positieve reacties. Ik heb er veel tijd ingestoken en dan ben je toch benieuwd naar de reacties."