Ode

Dit is een wat merkwaardige ode. Een ode aan een drempel. Stel, je rijdt van Leunen naar Heide of vice versa. Steegse Peelweg heet het hier. Waar je de bebouwde kom van Leunen in of uit rijdt, daar ligt hij.

Dijk van een drempel. Ligt er al minstens een kwart eeuw. Drempelmaken stond nog in de kinderschoenen. De betonnen muurtjes op elke hoek – om de weg te versmallen – geven hem iets monumentaals. Ik vind dat verdiend. Ik denk serieus dat dit een van 's werelds effectiefste drempels is.

Het leukst is het als automobilisten hem nog niet kennen of vergeten zijn hoe hij werkt. Tot vijf meter vóór de drempel zie je ze denken: 'Die neem ik wel even'. Op vier meter schrikken ze zich helemaal te pletter en wordt de rem alsnog ingetrapt. Dan is het alsof de auto een diepe buiging maakt. Deze drempel wint altijd. Zijn ongelijkheid zorgt voor gelijkheid. Of je nou Tesla rijdt of Trabant, hier rijdt iedereen even hard. Sorry, even zacht. Maximaal een kilometer of 0,8.

Eén keer heeft de gemeente gepoogd een vergelijkbare drempel op te werpen: die bij Schuttersveld, op de kruising Hoenderstraat-Westsingel. Wat een irritant ding was dat, hè? Hoeveel Venraynaren zijn daar vloekend overheen gegaan, denkt u? Ik denk honderd. Per dag. Hij is aangepast. Maar mijn Leunse drempel blijft zoals hij is. 'Hij'? Eigenlijk is dit een zij, besef ik nu. De moeder aller Venrayse drempels.