Op 27 juni 1952 ging de begraafplaats voor het publiek open.
Op 27 juni 1952 ging de begraafplaats voor het publiek open. Foto: gemeentearchief

"Plek van verbroedering"

Ysselsteyn | Hans Sakkers uit het Zeeuwse Koudekerke heeft een boek geschreven over de Duitse militaire begraafplaats in Ysselsteyn. "Een belangrijk stukje beschavingsgeschiedenis", aldus de auteur.

Door Sven Poels

Als zestienjarige jongen kwam Sakkers, inmiddels 59 jaar, al op de Duitse militaire begraafplaats in Ysselsteyn. "Ik realiseerde me toen twee dingen", vertelt hij nu. "Een: vanwaar zo'n groot, Duits kerkhof hier in Nederland en twee: elk kruis heeft z'n verhaal. Ik vroeg me af wie er allemaal uit Zeeland kwamen." In retrospectie is dat hét moment geweest waarop het zaadje voor zijn binnenkort te verschijnen boek werd geplant. Maar er was nog een trigger: "In de jaren tachtig deed ik historisch onderzoek naar Duitse bunkers in Zeeland. De belangstelling ervoor was ongepast: 'mijn' Walcheren (een Zeeuws schiereiland, red.) was enorm getekend door de oorlog en het onderwerp was dan ook in de besmette hoek terechtgekomen. Toch heb ik er een aantal boeken over geschreven, waarbij ik tijdens het uitpluizen van de militaire geschiedenis automatisch opnieuw op de Ysselsteynse begraafplaats uitkwam. Het bleek nog een blinde vlek in de Nederlandse herdenkingscultuur te zijn."

Vijf jaar geleden begon Sakkers met het boek, een opgave die je gerust monnikenwerk mag noemen. "Ik heb veel gepraat met mensen en ben naar het nationaal archief en het gemeentearchief in Venray geweest. In Duitsland (Berlijn en Kassel, red.) vond ik de meeste informatie." Het schrijven begon direct. "Ik heb de tekst voortdurend aangepast. Uiteindelijk is het een pil van zo'n 600 bladzijdes geworden. Erg dik, maar het vertelt dan ook een rijke geschiedenis. Het toont aan hoe moeizaam de relatie was tussen Nederland en Duitsland. De irritaties liepen, zeker in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog, hoog op."

Sakkers noemt het onderwerp buitengewoon fascinerend. "In Ysselsteyn liggen soldaten die eens onze vijand waren, wat het geenszins eenvoudig maakt. Het heeft vele interessante facetten, wat ik in dertien hoofdstukken uiteenzet. Elk hoofdstuk beschrijft een specifiek onderdeel van de geschiedenis en is eigenlijk een verhaal apart. De eerste vier delen gaan over de oorlog en militaire begraafcultuur, en deel vijf tot en met dertien behandelt specifiek Ysselsteyn."

Volgens Sakkers is het object van zijn studie uniek. "Venray is de enige gemeente in Nederland met een Duitse begraafplaats. Ook qua vormgeving is het de enige in zijn soort: het is neergelegd naar Amerikaans model, door Nederland en voor de Duitsers. Een product van internationaal denken."

Dat uitgerekend Ysselsteyn de laatste rustplaats van ruim dertigduizend Duitse gevallenen werd, was omdat dit gebied voldeed aan de eisen van de regering. "De Amerikanen wilden niet dat de ruim drieduizend Duitsers op de Amerikaanse Begraafplaats in Margraten bleven liggen, dus werd er in 1946 gezocht naar een goedkope plek niet ver van de grens. Men kwam toen uit in Ysselsteyn; eerst was het de bedoeling dat het tijdelijk was, maar vanaf 1949 was het voor altijd. Het is geruisloos door de politiek gegaan."

"Vervolgens zag je in Venray, een van de zwaarst getroffen gebieden van het land, een verschijnsel dat op dat moment nog onbekend was", vervolgt Sakkers. "Er trad een verzoening op met de nabestaanden. Men zag hier als eerste in Nederland dat ook Duitsers slachtoffers waren van de oorlog." In 1952 werd de begraafplaats opengesteld en in 1976 werd het onderhoud en beheer ervan overgedragen aan Duitsland. "Ysselsteyn is dan ook een plek van verbroedering", meent Sakkers. "Het is een belangrijk stukje beschavingsgeschiedenis. De oorlogen zijn de prijs die we hebben betaald om tot gezond verstand te komen. Dat Europa na al die vetes tot een eenheid is gekomen, geeft hoop voor andere delen van de wereld."

Het boek getiteld 'Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn; Duits beheer over Nederlands erfgoed' is uiterlijk in mei voor 35,00 euro te koop in de boekwinkel.