Lezing vliegveld Venlo in WOII

Venray | De Geschied- en Oudheidkundige Kring Venray e.o. houdt op maandag 22 januari de lezing Het vliegveld Venlo in Wereldoorlog II in Het Odeon aan de Hoenderstraat 10-12 in Venray. Aanvang 19.30 uur. Deze lezing wordt verzorgd door Marcel Hogenhuis.

De Venlose bevolking maakte in juni 1911 voor het eerst kennis met de luchtvaart. Toen was het militaire schiet- en oefenterrein etappeplaats van de grote Europese Rondvlucht. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd dit terrein militair vliegveld. Na 1918 gebruikte Defensie het sporadisch voor rondvluchten en legermanoeuvres. In mei 1940 speelde het geen rol in de gevechtshandelingen.

Toch had de Luftwaffe grote plannen met het terrein. Dit kwam door de strategische ligging ten opzichte van het Roergebied en de gunstige ondergrond. In september 1940 breidden de Duitsers het vliegveldje uit tot een volwaardige basis. Het vliegveld strekte zich na voltooiing zowel over Nederlands als Duits grondgebied uit. De nieuwe Fliegerhorst Venlo speelde tijdens de oorlog een belangrijke rol bij de Nachtjagd. Op 18 maart 1941 arriveerde de eerste eenheid die zich bezighield met de nachtjacht. De spreker zal deze avond de historie van het vliegveld de revue laten passeren. Oppervlakkig bekeken lijken er geen raakpunten te zijn tussen de regio Venray en het Venlose oorlogsvliegveld. Wie zich echter verdiept in de rol van deze Luftwaffe-basis, komt er spoedig achter dat de Duitse nachtjagers alleen konden opereren dankzij een wijdvertakte grondorganisatie van telefoonverbindingen, zoeklichten, waarnemingsposten en radarstellingen. Vanaf juli 1943 was in het Patersklooster in Venray zelfs een Klein-Fluko gevestigd.

Als gevolg van al die inspanningen, kwam het boven Noord-Limburg tot luchtgevechten tussen Duitse nachtjagers en Britse bommenwerpers met alle gevolgen van dien: noodafworpen, vliegtuigcrashes en gestrande vliegeniers die uit handen van de bezetter moesten blijven. De presentatie geeft een samenhangend beeld van het Venlose oorlogsvliegveld in relatie tot de Duitse activiteiten in Venray, De Rips, Veulen en het Peelgebied.

Marcel Hogenhuis (Groningen, 1963) studeerde af aan de Universiteit van Amsterdam (Europese Studies) op de doctoraalscriptie 'Fliegerhorst Venlo. De rol van vliegveld Venlo in de Duitse luchtverdediging in WO-2'. In 2008 publiceerde hij met andere historici het naslagwerk Vliegvelden in oorlogstijd en in 2009 werkte hij mee aan de bekroonde Omroep Venlo documentaire Het Venlo Incident. Hij is voorzitter van de Venlo Academie en actief als zelfstandig historisch onderzoeker. Hij is in het dagelijks leven werkzaam als docent geschiedenis/maatschappijleer werkzaam bij de VAVO van Gilde Opleidingen.

Zoals gebruikelijk is de avond ook voor belangstellende niet-leden toegankelijk.


Evaluatie van woningbehoeftes

Castenray | Om de woningbouwbehoefte in de dorpen Oirlo en Castenray te peilen hielden de dorpsraden Oirlo en Castenray (DOC) eind 2017 een enquête. De enquête werd uitgezet binnen beide dorpen en geëvalueerd tijdens de DOC-vergadering van 3 januari 2018.


Eens in de vier jaar wordt de woningbouwbehoefte in beide dorpen gepeild. In 2013 gebeurde dit voor het eerst door Oirlo en Castenray met een gezamenlijke enquête. Die enquête was toen breed opgezet, omdat de dorpsraden de samenwerking aangingen. Zij wilden de wensen en behoeften van de inwoners breed peilen. De respons van de enquête was toen 80 procent. "Bij deze enquête is gekozen om alleen de woningbouwbehoefte te onderzoeken. We zien dan ook dat met name diegene die nu al weten dat ze binnen vijf jaar willen verhuizen de enquête hebben ingevuld", vertelt Ties Dinghs van de commissie woningbouw dorpsraad Castenray.

Voor beide dorpen is het peilen van de woningbouwbehoefte van belang om te zien of er de komende jaren behoefte is aan nieuwbouw. Met deze resultaten kunnen de dorpsraden in gesprek gaan met woningcorporaties en de gemeente. "Uit de enquête blijkt dat mensen Oirlo en Castenray moeten verlaten als zij geen geschikte (huur)-woning kunnen krijgen. Het is triest als wij daardoor dorpsbewoners verliezen. Het gaat ook nog ten koste van de leefbaarheid in de dorpen", vertelt Dinghs.

Gezien het aantal ingevulde enquêtes, ongeveer 70 stuks, is geen concrete conclusie te trekken. Feit is dat enkel de huidige dorpsbewoners van Oirlo en Castenray de enquête hebben ontvangen. Hierdoor missen ze de groep die terug wil komen of zich wil vestigen in Oirlo en Castenray. Een duidelijk verschil met de enquête van 2013 is dat de vraag naar koopwoningen is toegenomen. Dit heeft wellicht te maken met de huidige rente.

Uit het aantal inschrijvingen op huurwoningen van Wonen Limburg blijkt dat er grote vraag is met name naar seniorenwoningen in beide dorpen. Frank Steeghs, commissie woningbouw dorpsraad Oirlo weet te vertellen dat er ook jongeren zijn die gestudeerd hebben en zich willen vestigen in Oirlo of Castenray. "Het valt niet mee om als starter in Oirlo of Castenray te gaan wonen. De leefbaarheid in een dorp met het behoud van de voorzieningen is een pre en dat begint bij wonen", aldus Frank Steeghs.