De Brier

Ik heb het geprobeerd. Er alles aan gedaan. Ik zweer dat ik mijn meest roze bril heb opgezet. Ik wilde een juichende column gaan schrijven over winkelboulevard De Brier, waarover de gemeenteraad een dezer dagen belangrijke beslissingen neemt.

Maar de acht winkels (Heuts tel ik ook mee) liggen net ver genoeg uit elkaar om je de lust te ontnemen om even van de ene naar de andere te flaneren. De vlaggen die er wapperen, hangen half los en zijn gescheurd (terwijl dat toch het enige is wat vlaggen moeten kunnen: heelhuids wapperen).

De tientallen heup- hoge bloempotten ­– moedige poging tot vrolijke noot – zijn er net te veel én iemand heeft er pontificaal 's werelds lelijkste kledingcontainer tussen gezet. En dan was ik ook nog getuige van een bijna-ongeluk met drie auto's: de T-splitsing pal vóór Beddenreus is een van Venrays verraderlijkste.

Was er dan geen enkel lichtpuntje? Jawel! Er staat een brievenbus – wist u niet, hè? Het frietkot heeft een leuke naam: 'Mien Friet' – die kan moeiteloos concurreren met 'Piet Friet'. Ik realiseerde me eindelijk waarom de VERHUISBUS van een plaatselijke makelaar hier al minstens tien jaar geparkeerd staat – volgens mij zit er een hennepkwekerijtje in.

En tot slot: de 'Lion' die ik kocht bij een van de doe-het-zelf-zaken smaakte heerlijk – moet u ook eens proberen.