Afbeelding
Foto:

Biografie Piet Volleberg (1881-1953)

Venray | Peter Volleberg, roepnaam Piet, geboren op 16 maart 1881, zoon van Louis Volleberg en Johanna Reijnders van de Vier Uuterste.

Het echtpaar kreeg elf kinderen. Vader Louis ('Schefhakken Louis') verdiende, evenals zijn vader, de kost als metselaar. Zijn acht zoons waren ook allen werkzaam als metselaar. Op twintigjarige leeftijd werd Piet blind aan zijn linkeroog. Tijdens het metselen werd gestoeid met ongebluste kalk, waarbij een klontje in zijn oog kwam.

Piet huwde op 11 november 1910 met de in Veltum wonende Anna Maria Maesen, geboren op 30 juli 1893 als dochter van Gerardus Maesen en Wilhelmina Maesen-Franssen. Dit gezin woonde In de Berg. Piet bouwde in Oirlo hun woning. Dat was het begin van aannemersbedrijf P. Volleberg & Zn. Het gezin vestigde zich in 1922 in de Henseniusstraat in Venray. Ook zij kregen elf kinderen. In 1926 werd aan hem een drankvergunning verleend.

Moeder Marie Volleberg-Maesen runde het café. Ook hun vijf zoons verdienden hun brood in de bouwnijverheid. Bij het bombardement in oktober 1944 werd de St. Petrus' Bandenkerk grotendeels verwoest. Na de oorlog werd de herbouw van de kerk toegewezen aan de firma P. Volleberg & Zn. Hiermee was een bedrag gemoeid van 235.500 gulden. De herbouw van de kerk was voor de firma Volleberg een enorme eer, maar tegelijk een uitzonderlijke uitdaging. Er was een tekort aan bouwmaterialen. In Venray was onvoldoende te krijgen en het aanvoeren uit andere plaatsen was moeilijk. Hulp kwam van broer Toon Volleberg uit Zoeterwoude. Hij had ook een aannemersbedrijf en ervaring als bouwer van kerken.

Piet kon nu met de hulp van zijn zoons en werknemers beginnen aan het belangrijkste werk van zijn leven. Zoon Wim wist als lid van de vrijwillige brandweer in Venray velen van zijn collega-brandweermannen ertoe te krijgen uit de puinhopen van de kerk bruikbare stenen te zoeken. De stenen werden schoongemaakt en opgestapeld op de Grote Markt. Reeds in 1938 besprak Piet met de architect Jules Kaiser het ontwerp van het Angelustorentje. Hij mocht hem groter maken.

Tijdens de wederopbouw in 1948 kreeg dit torentje weer een facelift. De 'Parel van de Peel' herrees met gebruikmaking van 150 m² glas; 150 m³ mergel; 350 m³ steigermateriaal; 65 ton gewapend beton; 350 m³ bouwhout; 40 m³ kostbaar hout voor de kerkbanken; 5000 zakken kalk; 4200 plavuizen; 1200 m³ zand en maar liefst 1.000.000 stenen. De laatste uitdaging was het ophangen van het uit 1520 daterende Marianum in het middenschip. Het Marianum moest weer op de oude plek prijken. Het steigermateriaal werd de kerk in gesjouwd en twee aan twee stonden de zonen op de steiger om het Marianum door te geven aan twee broers op de bovenliggende steiger. In december 1948 was het schip klaar en werd de eerste H. Mis opgedragen. Ter gelegenheid van de oplevering trakteerde de firma Volleberg op dure sigaren met een bijpassend sigarenbandje.

In 1950 schreef Piet in voor de wederopbouw van de vernielde kerk en priesterkoor in Oirlo. Ook nu was hij de laagste inschrijver. De kosten voor de kerk bedroegen 128.894 gulden en 18.019 gulden voor het priesterkoor. In 1951 konden er weer heilige missen worden gelezen. Andere bijzondere projecten die hij uitvoerde, waren onder andere het herstel van de kerktoren in Merselo en de bouw van de lagere school in Oostrum.

In zijn vrije tijd was hij een fervent jager en vol trots nam hij zijn buit mee naar huis. Tevens was hij lid en zelfs in 1932 koning van Schutterij 't Zandakker gilde St. Jan.

Piet overleed op 3 juli 1953 in Venray.