Rosalie van Casteren vertrok vorige week naar Amerika voor een bijzondere stage.
Rosalie van Casteren vertrok vorige week naar Amerika voor een bijzondere stage. Foto: Henk Lammen

"Dit is een geweldige kans"

Venray | Een aandeel hebben in de ontwikkeling van het bekendste gevechtsvliegtuig ter wereld: de F-35 Lightning II, in de volksmond beter bekend als de Joint Strike Fighter (JSF). Rosalie van Casteren (22) uit Venray kreeg die gelegenheid geboden en grijpt die met beide handen aan. "Dit is een geweldige kans."

Door Henk Lammen

Rosalie van Casteren studeert Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek aan de Technische Unie (TU) in Delft. Haar specialisatie is Spaceflight. Jaarlijks gaan studenten van haar studierichting naar het Texaanse Fort Worth om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de JSF. De Lockheed Martin-F-35 Lightning II, de officiƫle naam van de straaljager, is voortgekomen is uit het Joint Strike Fighter-programma (JSF) van het Amerikaanse ministerie van defensie. Wat ze precies gaat doen, kan en mag ze niet zeggen. "De ontwikkeling van het vliegtuig is een uiterst geheim project. Voor vertrek zijn we dan ook compleet gescreend door de MIVD (Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, red.). Nederland en met name de TU Delft hebben een naam hoog te houden. Ieder jaar gaan studenten naar Amerika om hun bijdrage aan het project te ontwikkelen. De Amerikanen zijn bang voor spionage, militaire staatsgeheimen en handelen daar ook naar. Voor, tijdens en na onze stage mogen we niet inhoudelijk praten over het project. Ik vind het al geweldig dat ik mee mag werken en dat er vertrouwen in me wordt gesteld." Nederland is een van de landen die deelnemen aan het Amerikaanse programma om de JSF te ontwikkelen. In 2006 werd de eerste productversie van de F-35 gepresenteerd. Op termijn moet het toestel de verouderde F16's van de Nederlandse luchtmacht vervangen. Het ontwikkelingsproces is nog steeds in volle gang. Op termijn moeten 100 tot 300 gevechtsvliegtuigen per jaar worden geproduceerd.

Met de kritiek dat de Nederlandse deelname aan het programma kapitalen kost, kan ze niet zo veel. "Het levert de Nederlandse economie, en met name Fokker, ook heel veel op." Van Casteren licht een klein, algemeen tipje van de sluier op over haar verblijf van vijf maanden in Fort Worth. "Als team gaan we werken binnen het productieproces van de vleugel van het vliegtuig. De bekabeling, de bewegende delen, alle elementen van de vleugel. Om er voor te zorgen dat dit proces nog beter, nog sneller kan. We krijgen te maken met enorm geavanceerde techniek. We gaan de kwaliteit van het productieproces onderzoeken. Waar gaat het fout, wat kan beter en sneller. Alles luistert super nauwkeurig. Een afwijking van een millimeter kan al teveel zijn. Er komt enorm veel bekijken. Het is voor ons als studenten van de TU een hele uitdaging om hier een steentje aan bij te dragen."

Eind volgend jaar hoopt ze haar studie afgerond te hebben. Wat de toekomst haar brengt, weet ze nog niet. "Veertig procent van de afgestudeerden gaat aan de slag in de luchtvaart- en ruimtevaartsector, de overige zestig procent bij andere technische bedrijven. Deze stage is een uitgelezen mogelijkheid om te kijken wat ik in de toekomst wil gaan doen."