Een lang weekend met Hemelvaart. Ideaal om een paar dagen ertussenuit te gaan. Even niets aan het hoofd & ze bekijken het maar. Jezus gaat ook weg met Hemelvaart. En niet voor even, maar voorgoed. Hoewel…..

Boven op de Olijfberg in Jeruzalem ligt de Hemelvaartkerk. Een klein achthoekig kerkje, dat achter een versterkte muur ligt. Zo'n 1000 jaar oud, maar met een geschiedenis tot in de vierde eeuw. Het kerkje zelf is in handen van Moslims, maar iedereen kan er vrij naar binnen.

In het midden ligt de vloer een stukje open en is een steen te zien waar een voetafdruk in staat. Met een forse portie goedgelovigheid kun je daar de voetafdruk van Jezus in zien, van waar Jezus naar de hemel zou zijn gegaan. Of dat werkelijk de plek van de Hemelvaart is, is trouwens maar de vraag. Het is een kaal kerkje, elke inrichting ontbreekt. Alles is leeg. 'Zie je wel, God is er niet', zou je kunnen zeggen.

En het klopt dat de menselijke gedaante van zijn lichaam na Hemelvaart niet meer gezien is. Maar Jezus belooft ons op een andere manier bij ons te zijn. Hij wil met zijn Geest bij ons zijn: dat vieren we met Pinksteren. Dat is een aanwezigheid die we niet lijfelijk kunnen vastpakken, maar wel in gelovige eenvoud kunnen ervaren.

Zoals in het verhaal van die Parijse zwerver. Elke dag in de namiddag kwam de zwerver de statige Madeleinekerk binnen. Hij bleef achter in de kerk staan en na een minuut ging hij weer naar buiten. De koster, die een oogje in het zeil hield, vond het maar vreemd. Op een dag vroeg hij hem, wat hij nou toch eigenlijk kwam doen: 'Ik zie je daar alleen maar even staan.' 'Ik kom goeiendag zeggen tegen Jezus'. 'Maar ik zie je nooit bidden. Je slaat geen kruisteken, ik zie je lippen niet bewegen. Niets.' Hij antwoordde: 'Bidden kan ik niet. Hebben ze mij nooit geleerd. Ik zeg alleen: 'Dag Jezus, hier is Jim.'

Een paar jaar later werd de zwerver ziek en werd hij opgenomen in een tehuis voor daklozen, waar hij zijn laatste dagen menswaardig kon slijten. Ondanks de ellende op zijn levensweg hield hij een glimlach op de lippen. Een van de verzorgers vroeg hem op een dag: 'Hoe komt het toch dat je hier met zo'n tevreden lach ligt?' 'Dat komt door het bezoek dat ik elke dag krijg.' 'Bezoek? Elke dag? Wie dan? Je vertelde me dat je geen familie meer hebt en ik zie nooit iemand' 'Dat is ook zo, maar ik krijg iedere dag bezoek van Jezus.' 'Zo zo…', antwoordde de verzorger met evenveel nieuwsgierigheid als twijfel in zijn stem. 'En mag ik je vragen: zegt Hij dan ook iets? En wat zegt-ie dan tegen jou?' 'Niet veel. Alleen maar: Dag Jim, hier is Jezus.

Deken Smeets, Venray.