Prins Ali

Gisteren was ik te gast op Paleis Noordeinde. Samen met de Venrayse Leraar-van-het-jaar Daisy Mertens mochten we met een klein team een symposium rondom muziekonderwijs verzorgen. Waarschijnlijk een ervaring om nooit te vergeten, al kan ik daar nog niet over uitweiden. Deze column schrijft zich namelijk de dag ervoor. Misschien volgende week meer over de outfit van Maxima, over hoe ontzettend leuk ze is, of over een stiekeme balkonscène. Wie weet. Ik schrijf er deze week over, omdat het ook de kinderen van mijn klas bezig hield, allen bewoners van het azc in Overloon. Momenteel afkomstig uit Syrië, Eritrea, Irak, Roemenië, Azerbeidzjan en Afghanistan. Ze werken dag in, dag uit keihard om de Nederlandse taal onder de knie te krijgen en u zult versteld staan hoe snel ze dat voor elkaar krijgen. Ze dromen van simpele dingen, zoals veel kinderen dromen. Om profvoetballer te worden, een mooie auto te kunnen kopen als ze groot zijn, van een eigen huis met een tuin, of een dagje naar het strand. Toen ik ze vertelde dat onze prachtige koningin Maxima ook niet van hier was en in het begin geen Nederlands sprak, schepte dat automatisch een band. "In welk kamp (= azc) heeft de koningin gewoond, meester?" Dat zij meteen mocht intrekken in het paleis, zorgde amper voor gefronste wenkbrauwen. Ik vertelde dat de huidige prinsesjes van hun leeftijd waren en nog op zoek waren naar hun toekomstige prins. "Dus ik kan ook prins Ali worden, meester?". Wat zou dat een fantastisch statement zijn. Ik heb gisteren vast een goed woordje voor hem gedaan.