Afbeelding

Boeren, Burgers en Buitenlui thema Open Monumentendag

Venray | In het verleden waren burgers de inwoners van een ommuurde stad. Zij konden aanspraak maken op bescherming. Aan het burgerschap waren ook burgerplichten verbonden. Boeren zijn mensen die van beroep op het land werken en/of vee fokken. Buitenlui woonden net als de boeren op het platteland. Hun woningen waren onbeschermd en zij waren niet gebonden aan de regels van het stadsbestuur. In de loop der eeuwen is de wet- en regelgeving hierop wel aangepast!

Boeren, Burgers en Buitenlui is het thema voor Open Monumentendag 2017. In Venray biedt dit thema vele aanknopingspunten.

Vandaag gaat het over bakhuisjes, bijna verdwenen bijzondere gebouwtjes, die vroeger in de nabijheid van veel boerderijen te vinden waren. In Castenray stonden er tot najaar 2016 nog drie. Inmiddels is het bakhuisje van Lollebeek 41, de Kiespenninckshoff uit 16e eeuw, gesloopt (1). Het materiaal zal in de loop van 2017 worden gebruikt voor de bouw van een bakhuisje bij Molen 'Eendracht maakt Macht' in Meterik. In het kader van project 'van Grond tot Mond' wordt hier een Graaneducatie Centrum opgericht. Het tweede bakhuisje (links op foto 2), staat nog aan de Lollebeek 57, de Landschrijvershof uit de 18e eeuw, een rijksmonument. Het derde nog overgebleven bakhuisje staat aan de Tunnelweg 1 en dateert uit 1680. Het huisje, inmiddels in gebruik bij de 3e generatie Dinghs, heeft, zoals dit bij de meeste bakhuisjes het geval is, in de loop der jaren zijn functie wel verloren; de bakoven is niet meer aanwezig. Het gebouwtje is de laatste jaren aan de buitenzijde helemaal gerestaureerd en dient nu als schuurtje. (3)

Bakhuisjes werden gebruikt voor het bakken van brood en vlaai, voor het drogen van vlas en fruit, maar ook, vooral in de stille winterperiode, als warme werkplaats voor het repareren van gereedschappen en vlechten van bijenkorven, of voor het doen van een middagdutje op een beschutte plek. In de 9e eeuw bepaalde Karel de Grote al dat, om het risico op brand zo klein mogelijk te maken, bakhuizen op tenminste 18 meter van het woonhuis moesten liggen. Er werd gestookt met 'schânsehaolt'(takkenbossen van sprokkelhout), en turf. Voor de aanmaak werden dennenappels en 'bulte' (gedroogde bosjes hei met turfresten) gebruikt. Men bakte ongeveer eenmaal per week. De broden waren vroeger groter en bleven on-gesneden wat langer 'vers' dan tegenwoordig. De ovens waren meestal groot genoeg om het brood van de hele buurt te bakken.

Er werd dan ook vaak met de omringende buren afgesproken wie wanneer de oven zou stoken, zodat men minder lang oud brood hoefde te eten.

Foto 1: J.Stijbos, foto 2+3 SVM. Tekst: Leonie Cals. Bronnen: 'En zoeé was 't ien Venroj '

(J.Goumans); Gebruiken het jaar rond (K.Swinkels); SVM archief. SVM secretariaat Vliezenweg 1, 5801 JC Venray, e-mail: venraymonumentaal@live.nl