Vooroorlogse molen in Oirlo.
Vooroorlogse molen in Oirlo. Oude foto

Vooroorlogse molen

Oirlo | De streek ten zuidoosten van Venray, waar de kerkdorpen Oirlo en Klein-Oirlo liggen, was in het midden van de 19e eeuw een dun bevolkt gebied.

Het was de olieslager van de Meerlose watermolen op Elshout, Gerard Aerts, die in 1817 aan het provinciaal bestuur van Limburg toestemming vroeg voor de bouw van een windmolen op het Klein Oirloscheveld. Toen de molen in 1819 klaar was, verpachtte Aerts hem. Later betrok hij de molen zelf om vervolgens in Swolgen een andere windmolen te laten bouwen. In die tijd werd ook een huis voor de molenaar in Oirlo gebouwd en een bakkerij aan het maalbedrijf toegevoegd. Bij deling van de nalatenschap van Gerard Aerts in 1851 kreeg Hendrik Aerts de molen. In 1878 verkocht hij de molen van Oirlo met huis, stal en andere aanhorigheden aan Jan van den Bergh, wiens vader pachter van de molen was. Negen jaar later verkocht Van den Bergh de windmolen met huis aan Engelbert Hendriks in Venray. Toen Engelberts echtgenote Anna Maria Michels in 1902 stierf, werden de drie kinderen voor de helft mede-eigenaar van de bezittingen in Oirlo, bestaande uit een windmolen, huis, tuin, schuur, alsmede een boterfabriek. In 1903 verkocht Engelbert Hendriks de molen aan Jan Joosten uit Horst. Joosten bouwde een pakhuis bij de molen. Ook in 1916 en 1917 volgden bijbouwen. In 1921 verkocht Joosten zijn bezittingen aan Johannes Wilhelmus Michels uit Merselo. Nadat Duitse soldaten wekenlang de molen als uitkijkpost hadden gebruikt, werd hij tenslotte op 22 november 1944 opgeblazen door de Duitse troepen. De volgende dag verlieten de bezetters het gebied. Foto: Gemeentearchief collectie Jan van der Putten. Kijk ook op www.rooynet.nl.
Werkgroep RooyNet/Historisch Platform Venray.