Sjors Poels in actie tijdens de reüniewedstrijd ter gelegenheid van 40 jaar Jumpers'76 in Venray, in 2016.
Sjors Poels in actie tijdens de reüniewedstrijd ter gelegenheid van 40 jaar Jumpers'76 in Venray, in 2016. Foto: Henk Lammen

Nu nog die titel

Meerlo | Hij is niet alleen létterlijk een grote jongen (2.11 meter, 115 kilo, schoenmaat 50), maar ook in figuurlijke zin: basketballer Sjors Poels (Wanssum, 1986) speelde tot zijn 27ste in de Eredivisie en is nu aan het afbouwen in België. "Het allermooiste zou zijn als ik nog een keer kampioen zou worden."

Door Sven Poels

In zijn kinderjaren was hij voetbalkeeper, maar dat vond hij eigenlijk niet zo heel leuk. Sjors Poels wilde iets dynamischers, iets actievers. En dus ging hij op twaalfjarige leeftijd op basketbal, de sport waarbij je continu in beweging bent. "Bij Jumpers'76 in Venray is het ooit allemaal begonnen", vertelt Poels, inmiddels 30 jaar en vanaf begin dit jaar samenwonend met zijn vriendin in het Noord-Brabantse Ravenstein. "Ik ben geboren in Wanssum en opgegroeid in Meerlo. Jumpers was de dichtstbijzijnde basketbalvereniging."

Met terugwerkende kracht kan worden vastgesteld dat dit het begin was van een mooie sportloopbaan. Al in zijn eerste seizoen mocht Poels met een hoger jeugdteam meetrainen – "Ik had energie over" – en in de jaren daarna bleef zijn talent niet onopgemerkt.

Op zijn zestiende vertrok hij samen met de trainer van het herenteam naar basketbalvereniging Wyba in Wychen, waar hij in het vizier kwam van de assistent-coach van toenmalig Eredivisieclub EiffelTowers Nijmegen. Na daar een jaartje deels in de jeugd en deels in het tweede team te hebben gespeeld, maakte Poels op achttienjarige leeftijd zijn debuut op het hoogste niveau. "Dat was het begin van mijn profcarrière."

Twee jaar in Nijmegen werden opgevolgd door twee seizoenen in Groningen, bij Eredivisionist Donar. "Ton Boot was een heel harde trainer, die veel discipline eiste. Ik was benieuwd of ik dat aankon", verklaart Poels zijn verhuizing naar het noorden van het land. Met de wijsheid van nu had hij waarschijnlijk een andere keuze gemaakt: "Achteraf kan ik zeggen dat ik daar niet zo veel speelminuten gemaakt heb; misschien had ik ergens anders wel meer kunnen spelen. Aan de andere kant ben ik er wel mentaal sterker door geworden. Maar of ik het opnieuw zou doen? Ik denk het niet."

Poels ging terug naar het vertrouwde Nijmegen, waar hij drie jaar voor de Matrixx Magixx (het vroegere EiffelTowers) uit zou komen. Daarna volgde een uitstapje naar het Antwerpse Gembo, spelend in de Belgische tweede divisie. "Ik wilde een jaar veel spelen."

Het (top)sportersbloed kruipt echter waar het niet gaan kan: in het tenue van Aris Leeuwarden keerde Poels terug in de Eredivisie.

"Ik wilde kijken hoe ver ik het kon schoppen." Heel ver, zo blijkt: "In het tweede seizoen zijn we tot de finale gekomen." Na dit hoogtepunt sloot hij weer aan in Nijmegen – "Ja, het is een hele rits" –, om vervolgens op zijn 27ste voorgoed te stoppen met basketballen op het hoogste platform. "Ik kreeg last van een achillespeesblessure. Trainen deed ik wel, maar ik heb twee seizoenen geen competitie gespeeld. In die tijd begon ik weer aan de studie Fysiotherapie op de hogeschool in Nijmegen, omdat ik ook aan de toekomst moest gaan denken."

Gedurende zijn 'inactieve' periode begon Poels het competitieve element toch wel te missen, waarop hij zich aan het begin van dit seizoen weer meldde in België. "Ik speel nu voor derde divisionist BBC Geel. Op een lager pitje, maar wel nog een serieus niveau."

Ondanks dat hij nog steeds niet honderd procent fit is, hoopt hij ook met zijn nieuwe ploeg een goede prestatie neer te zetten: "Met dit team moeten we minstens de top-drie halen. Maar het allermooiste zou zijn als ik nog een keer met een herenteam kampioen zou worden."