Afbeelding
Foto: Ron Koenen

Vluchtelingen welkom in Venray

Venray | In alle Nederlandse gemeenten, dus ook in Venray, neemt het aantal vluchtelingen met een verblijfsstatus toe. Venray herbergt momenteel al meer dan 200 zogeheten statushouders. In deze rubriek vertellen een aantal nieuwe inwoners van Venray en omgeving,vluchtelingen, hun verhaal. Ook komen medewerkers van organisaties die zich inzetten voor deze vluchtelingen in Peel en Maas aan het woord.

De rubriek wordt verzorgd door leden van de werkgroep Vluchtelingen welkom in Venray. Voor meer informatie: werkgroep@vluchtelingenwelkomvenray.nl.

Halima komt uit Soedan en is nu ruim zes jaar in Nederland. Zij volgde haar man in het kader van de gezinshereniging. Hij was veertien jaar geleden naar Nederland gevlucht en Nederlands staatsburger geworden. Hij vluchtte uit angst het leger in te moeten, en dus wellicht te moeten vechten tegen zijn eigen land- of dorpsgenoten toen hij klaar was met zijn opleiding. In Veenendaal sloot ze zich op in huis en was bang om mensen te ontmoeten: ze sprak geen Engels of Nederlands; was de enige 'zwarte' in hun buurt. Na een jaar kwam zij naar Venray. Via het werk van haar man kregen ze een huis. Na het voltooien van de inburgeringscursus, een jaar geleden, ontving zij haar Nederlands paspoort. Dolblij was ze er mee. "Na drie maanden op school vertelde ik mijn lerares dat ik heel goed Nederlands sprak, maar dat de mensen haar niet begrepen." Later, toen ze moest schrijven, begreep ze pas waarom: "Ik husselde alle woorden die ik kende door elkaar. Toen leerde ik pas de volgorde waarin ze moeten staan. In Soedan sprak ik Arabisch op school. Ik heb zowel christenen als moslims in mijn familie en die gaan uitstekend met elkaar om. Het dorp waar ik woonde bestaat niet meer, alle bewoners zijn eruit verdreven. Wij woonden daarna in een opvangkamp, waar af en toe een dokter van Unicef kwam. Er was gebrek aan medicijnen en geen schoon drinkwater." Hamina, duidelijk zwanger, woont met haar man, zoon van zes en dochter van vier in Veltum. Volgens Ad Steenkamer, die nu ruim een jaar maatje van Halima is, zijn de twee families intussen nauw met elkaar verbonden. Halima praat honderduit over de toestand in Soedan, haar familie die is achtergebleven, over haar godsdienst. "In Soedan moet veel, hier zijn we niet zo streng. Ik draag een hoofddoek maar niet altijd. Mijn man geeft mij alle vrijheid. Hij doet ook werk in het huishouden."

Ze vertelt over de jarenlange strijd om haar dochter van veertien jaar naar Nederland te krijgen. DNA-bewijs gaf onlangs de doorslag. Haar dochter verblijft nu nog bij haar grootvader, maar komt binnenkort naar Nederland. Een verhaal dat zij binnenkort bij de kerstviering van de AVOS vertelt.