Afbeelding
Foto: Ron Koenen

Vluchtelingen welkom in Venray

Venray | In alle Nederlandse gemeenten, dus ook in Venray, neemt het aantal vluchtelingen met een verblijfsstatus toe. Venray herbergt momenteel al meer dan 200 zogeheten statushouders. In deze rubriek vertellen een aantal nieuwe inwoners van Venray en omgeving,vluchtelingen, hun verhaal. Ook komen medewerkers van organisaties die zich inzetten voor deze vluchtelingen in Peel en Maas aan het woord.

Deze rubriek wordt verzorgd door leden van Vluchtelingen welkom in Venray. Voor meer informatie: werkgroep@vluchtelingenwelkomvenray.nl. "Mijn ouders zijn 48 jaar geleden van Palestina naar Syrië gevlucht voor de gevolgen van de oorlog tussen Israël en zijn buurlanden", zegt Abdulmunem Tayeb. "In de hoofdstad Damascus begon mijn vader een verfwinkel. Daar ben ik 42 jaar geleden geboren."

Sinds zeven maanden woont Abdulmunem Tayeb met zijn vrouw en zes kinderen in Venray. Hij vertelt zijn verhaal met hulp van een tolk. "Damascus was een levendige stad. Net als in het Brukske staan daar de kerk en de moskee vaak naast elkaar en gingen mensen vrij met elkaar om. Het onderwijs was er goed geregeld. Na mijn schooltijd ben ik in de zaak van mijn vader gaan werken. In Damascus ben ik getrouwd. Wij kregen zes kinderen, drie jongens en drie meisjes. Mijn oudste zoon Yusuf stond na zijn middelbare school voor de keus: of het leger van Assad in of het land uit. Wij hebben met onze familie geld ingezameld en hij is samen met zijn neef 1,5 jaar geleden uit Syrië vertrokken en na veel gevaren in Nederland beland. De situatie in Damascus werd steeds ondraaglijker en gevaarlijker; de winkel van mijn vader en mijn huis werden vernield. Omdat mijn zoon nog niet volwassen was konden wij in het kader van gezinshereniging naar Nederland komen. Eerst Ter Apel, daarna nog drie azc's en zeven maanden geleden kwamen we in Venray. Hier vallen de mooie straten op, de rust en de bloemen. Mijn vrouw en ik volgen nu de inburgeringscursus; het leren van de Nederlandse taal is belangrijk om met mensen in contact te komen."

Tijdens het gesprek konden sommige vragen, in het Nederlands gesteld, door Abdulmunem in het Nederlands beantwoord worden en dat na twee maanden taalles. Abdulmunem hoopt na afronding van de inburgeringscursus weer aan het werk te kunnen.

Ook al is hij de Nederlandse bevolking dankbaar voor de goede opvang, hij hoopt wel dat de oorlog snel afgelopen is en hij terug kan, want zijn hart ligt in Syrië, waar zijn vader en vrienden nog leven. Abdulmunem vond het plezierig zich te kunnen uiten en ervaart ook dat als een vorm van vrijheid.