'Raad stond buitenspel'

VENRAY | De gemeenteraad stond buitenspel bij de zorgdecentralisatie. Dat blijkt uit het onderzoeksrapport van de Rekenkamercommissie. De gemeente nam per 1 januari 2015 een groot aantal zorgtaken over van de provincie en het Rijk.

Door Henk Willemssen

De Rekenkamercommissie noemt het gebrek aan sturing zorgelijk, ook omdat het om enorme budgetten gaat. In Venray groeide de begroting in 2015 met ruim 27 miljoen euro door de overheveling van de Participatiewet (12,5 miljoen), jeugdzorg (9,5 miljoen) en Wmo-taken (5 miljoen).

In de nota's, die het college naar de gemeenteraad stuurde, ontbraken concrete doelstellingen, aantallen en percentages. Het aantal beslispunten was omvangrijk en de samenhang onduidelijk. De gemeenteraad kreeg het verzoek in te stemmen zonder dat de consequenties bekend waren. De raad had geen keuze uit alternatieven. Dit had wellicht tot andere keuzes geleid, meent de Rekenkamercommissie.

Het was voor de raadsleden lastig om te sturen op basis van de aangereikte informatie. Die was niet alleen omvangrijk, maar ook te fragmentarisch en te weinig uitgewerkt in wat het concreet gaat betekenen. Met als gevolg toeval en willekeur. De gemeenteraad stelde toch de nota's vast en legitimeerde daarmee het handelen van het college. Maar de raad zat niet aan het stuur, concludeert de Rekenkamercommissie.

Het stellen van kaders is de rol van de gemeenteraad. Daarvoor moeten de raadsleden beschikken over goede en betrouwbare informatie. Deze informatie komt van het college en het ambtelijk apparaat. Pas veel later kwamen er aantallen boven water zoals over mantelzorgers en zorggebruikers.

De Rekenkamercommissie vindt dat de gemeenteraad zich meer had mogen inspannen om op basis van eigen visies zelf kaders te formuleren. Maar de werkwijze was dat alles ambtelijk werd voorbereid en de informatie daarna ter goedkeuring naar de raad werd gestuurd. Door in te stemmen met abstracte en globale kaders kan de gemeenteraad niet of nauwelijks de uitvoering van het beleid controleren.

Het overzicht ontbreekt en het is onduidelijk aan welke knoppen er gedraaid kan worden. De Rekenkamercommissie dringt aan op een betere monitoring zodat de maatschappelijke effecten van de decentralisaties in beeld gebracht worden. De eerste aanzetten zijn weliswaar gedaan, maar het is nog onvoldoende.