Jan Weijs aan het werk bij de opbouw van het oorlogsmonument op ’t Schoor tussen Castenray en Leunen.
Jan Weijs aan het werk bij de opbouw van het oorlogsmonument op ’t Schoor tussen Castenray en Leunen. Foto: Hay Strijbos

Onthulling oorlogsmonument

Castenray | Op zaterdag 24 september vindt op 't Schoor, in de hoek Vliegert/Overbroekseweg/Horsterweg/ Beemdweg op de grens van Castenray en Leunen, de onthulling plaats van een monument ter nagedachtenis van acht oorlogsslachtoffers. De herdenking is een gezamenlijk initiatief van Stichting Heemkundig Genootschap Castenray en Werkgroep Historie Leunen.

Op 20 oktober 1943 explodeerde om 14.45 uur een Amerikaanse B-17 bommenwerper boven 't Schoor. De Boeing B-17 maakte deel uit van een vloot van 282 zware bommenwerpers voor een aanval op het spoorwegemplacement en de vliegtuigplaatwalserij van de Duitse stad Düren. Op weg naar het doel werden de bommenwerpers meerdere keren aangevallen door Duitse Messerschmitt-jachtvliegtuigen. De grote bommenwerper die bij 't Schoor neerstortte, telde tien inzittenden, waarvan er acht dodelijk verongelukten.

Mia Volleberg-Kemmelings: "Ik was bij de familie Philipsen, waar men bezig was met het scheren van de schapen. Samen met de meisjes van Philipsen stond ik naar dit voor ons interessante gebeuren te kijken. Opeens klonk er een harde knal en er werd geroepen: 'Allemaal op de grond liggen!' We hoorden buiten een rammelend geluid en toen werd het stil. Later bleek dat de mitrailleur van het vliegtuig vlak naast de boerderij van Philipsen op de gierkelder was gevallen. De oudste dochter van Philipsen bracht mij naar huis. Thuis zag ik soldaten en burgers langs komen. Zij liepen bij ons door de wei richting Geurts. Daar lag in de sloot een dode vliegenier." Jac Philipsen: "Ik was met mijn oom bezig met het zaaien van rogge. Opeens een knal en er viel iets naar beneden in de buurt van de boomgaard van Piet Duijkers aan de Horsterweg in Castenray. Het paard sloeg op hol en rende naar huis. Mijn oom rende er achteraan en ik ging naar het neergestorte voorwerp. Het bleek de cockpit van een vliegtuig te zijn. Er zat niemand meer in. Ik zag in de cockpit een pakje sigaretten liggen dat ik in mijn zak stak, want ik rookte met mijn dertien jaar al menige sigaret. Toen hoorde ik iemand roepen. Het was een mij bekende NSB'er uit Venray die schreeuwend met een jachtgeweer op mij af kwam. Ik zette het op een lopen en was veel sneller dan de man. Waarschijnlijk dacht hij in eerste instantie dat ik een van de bemanningsleden was, maar zag hij, toen ik wegrende, dat het niet het geval was. Deze NSB'er werkte op het vliegveld in Venlo en fietste elke dag op en neer met het jachtgeweer om de schouder. Hij woonde aan de Maasheseweg. Thuisgekomen bleek dat de mitrailleur van de bommenwerper vlak achter de boerderij op het dek van de gierkelder was neergekomen. De betondek was helemaal stuk en de mitrailleur was in het betonijzer blijven hangen. Mensen van het verzet uit Leunen hebben van alle kogels de kop afgehaald en het kruit meegenomen. Mijn vader heeft de kist met kogels ingegraven in de hoek van ons weiland in de buurt van de kantonnier aan de Horsterweg. Er is nog wel eens naar gezocht, maar de kist is nooit gevonden. Van de bemanningsleden lag er één bij de boerderij van Aodams Hândrie (Peeters) aan de Beemdweg en één in de sloot tussen Kemmelings en Schodder (Geurts)." De bommenwerper was het slachtoffer geworden van Hauptmann Werner Georg Emil Lucas, Staffelkapitän van 4./JG 3 en gestationeerd op het vliegveld Schiphol. Het was zijn 106e en tevens laatste luchtoverwinning. Op 24 oktober 1943 verloor Lucas het duel met een Spitfire. Ook Oberfeldwebel Helmut Ruffler, de vleugelman van Lucas, van dezelfde Staffel had een aandeel in het neerschieten van de B-17.
De bemanning van de bommenwerper bestond uit: eerste piloot Harry W. Sharpe; tweede piloot William M. Miller; navigator Lowell B. Weaner; bommenrichter George M. Reardon; radiotelegrafist Charles G. Gunn; rugkoepelschutter Clifford L. Horn; buikkoepelschutter William Rich; staartschutter Mervin W. Cook; linkerzijschutter Harold L. Ward; rechterzijschutter Morris I. Cole. De bemanningsleden William M. Miller en Clifford L. Horn waren de enige overlevenden. Zij werden na hun parachutesprong al snel gevangengenomen.