Soldaten op herhaling
Venray | Van 28 juli 1914 tot 11 november 1918 woedde Eerste Wereldoorlog.
Er werd in Nederland bij het begin van de oorlog een algehele mobilisatie afgekondigd, maar ons land kon gelukkig de neutrale status handhaven, al bleef het leger paraat tot het einde van de oorlog. De periode tussen de twee wereldoorlogen noemen we het interbellum. Er deden zich in de verschillende Europese landen allerlei ontwikkelingen voor. De Amerikaanse president Wilson kwam in 1919 naar Parijs voor een vredesconferentie. Hij wilde een Volkenbond en zelfbeschikkingsrecht voor alle volken. Iedere nationaliteit moest het recht hebben in een eigen staat te wonen. Dit idee was tegen het zere been van de landen die veel te lijden hadden gehad in de Eerste Wereldoorlog. Zij hadden honderdduizenden jonge mannen verloren en kampten met een hoge oorlogsschuld. Deze landen drongen aan op een harde behandeling van Duitsland en Oostenrijk/Hongarije. De landen werden herstelbetalingen en andere zware verplichtingen opgelegd. Agressor Duitsland werd hard getroffen als verliezer van de oorlog. Er heerste crisis en hongersnood en in deze toestand zag de National-sozialistische Deutsche Arbeiterpartei (NSDAP) van Hitler in 1923 haar kans schoon. Ons land bereidde zich voorzichtig voor op haar verdediging. Nederlandse jongens moesten voldoen aan de dienstplicht. Ook jongens uit Venray. De foto is genomen rond 1929 in de tuin van het St. Anthoniuspatronaat. Staand v.l.n.r.: Jaap Goumans (Patersstraat); sergeant Nooyen; Frits Vermeulen; Hub Schols; Giel Arts; luitenant Van de Ven. Midden v.l.n.r.: Helm Stiphout; Teng Kruijsen; Louis Volleberg; Toon Verbeek; Jaap Goumans (Kerkpad). Linksvoor liggend v.l.n.r.: Ser Willems; Harry Tillemans. Foto: Gemeentearchief Venray Collectie Jan van der Putten.