Anja Romme met haar ontwerp voor de gemeente Beesel.
Anja Romme met haar ontwerp voor de gemeente Beesel. Foto: Henk Lammen

'Ik blief plekke'

Ysselsteyn | Interieurarchitect Anja Romme uit Ysselsteyn deed voor haar afstuderen aan de HKU ontwerpend onderzoek naar de mogelijkheden van natuurlijk cowerken in krimpgebieden. Aan de hand van de resultaten heeft ze een plan ontworpen voor de gemeente Beesel. "Ik ben een streber die graag werkt in een brede context aan een realistisch resultaat met een poëtisch laagje. Een ontwerp is voor mij pas geslaagd als het behalve schoonheid ook het maatschappelijke doel dient in een jasje van zowel efficiëntie als verrassing."

Door Henk Lammen

Met haar ontwerp is Romme, eerder dit jaar cum laude afgestudeerd als Master Interieur Architectuur aan de HKU, genomineerd voor de BNI-prijs (de Young Talent Award). "Voor mij als ontwerper zijn steden als Amsterdam en Utrecht the place to be. Maar als dorpsmeisje ontsnap ik liever aan de chaos van de stad en 'blief ik plekke' op het mooie Limburgse platteland. Hierdoor draag ik bij aan bevolkingskrimp in Limburg. Dit heeft me aan het denken gezet. Bijna de helft van de werkenden blijkt niet tevreden over zijn of haar werkplek in de stad en heeft moeite zich er te concentreren. Men mist voornamelijk ruimte, groen, daglicht en frisse lucht. Waarom werken we massaal tussen vier muren in 'kantoortuinen' in de stad, terwijl de krimpende plattelandsgebieden een overschot aan die factoren bezit?", vraagt de jonge interieurarchitect zich hardop af.

De 23-jarige Romme is behalve aan de stad ook verknocht aan het platteland. De Ysselsteynse komt ondanks alle avonturen in de stad, juist op het platteland, waar ze ook werd geboren en opgroeide, tot rust. "Dezelfde soort 'schizofrenie´ herken ik in veel andere, vaak hoogopgeleide Limburgers. Het gebrek aan kansen op de arbeidsmarkt is vaak noodgedwongen het belangrijkste argument om Limburg te verlaten. Een krimpende bevolking, waar onze provincie mee kampt, zet bestaande structuren onder druk", zegt Romme. Tijdens haar afstuderen beantwoordde Romme de vraag dan ook of ze dit kan faciliteren in gedroomde werkplekken voor landelijk en stedelijk werkenden in Limburgse plattelandsregio's, waarbij kansen ontstaan voor rurbanisatie. "In mijn onderzoek heb ik verder uitgezoomd dan gebruikelijk voor een interieurarchitect. Het voormalige waterpompstation en het omliggende kavel in Beesel heb ik in zijn totaliteit herbestemd tot veelzijdige cowork-locatie omgeven door natuur. De Limburgse identiteit was hiervoor het uitgangspunt, met als belangrijkste karaktertrek de tegenstelling: zelfverkozen eenzaamheid versus gemeenschapsdrift. Het individu bepaalt zelf met welk doel en welke bijbehorende voorkeur hij komt werken. Het aanbod van mijn ontwerp is flexibel en variabel. Het biedt elke gewenste keuze tussen zelfverkozen eenzaamheid en gemeenschapsdrift, van retraiteplek tot conferentiecentrum."

Haar ontwerp van het voormalige pompstation fungeert als 'gemeenschapshuis' en vervult de functies met de meeste gemeenschapsdrift. Eromheen heeft ze stulpjes ontworpen in vier varianten. Hoe verder die van dit gemeenschapshuis verwijderd zijn, hoe meer de gebruiker eenzaamheid verkiest. De stulpjes zijn geïnspireerd op de Limburgse vakwerkhuizen. "Hoe hoger op de schaal van zelfverkozen eenzaamheid hoe verder ze geabstraheerd zijn door gevelbekleding met meer spiegelend oppervlak, zodat ze optimaal integreren in de natuurlijke omgeving. Om dit te optimaliseren zijn de houten spanten voorzien van een coating die mosgroei stimuleert. Verder heeft ieder stulpje een eigen territorium door de afbakening met een lichtinstallatie."

Natuurlijk cowerken biedt volgens Romme kansen voor creativiteit en inspiratie, voor ontmoeting of juist afzondering. Voor stedelijk werkenden en studenten kan het een 'buitenhuis in de natuur' zijn, terwijl regionale plattelandsbewoners kunnen 'blieve plekke' bij de gewenste werkplek om de hoek. "Door vraag en aanbod op een creatieve manier aan elkaar te koppelen op mooie plekken als deze, geef ik een impuls aan de lokale economie en behoud ik met een omweg dit pareltje dat dreigt te verdwijnen. Ik wil met dit concept actief mee bouwen aan kansen voor rurbanisatie in krimpregio's. De kracht zit in de natuur, ruimte, geborgenheid en de rondere omgangsvormen."