Afbeelding
Foto: henk lammen

Joost Hubert Marie Rutten (1919-1998)

Venray | Joost Hubert Marie Rutten werd als jongste van drie kinderen geboren op 14 augustus-1919 in Meerssen. De familie verhuisde in 1929 naar Venray toen vader Alphons Rutten mee ging doen in de brouwerij De Roos, die zijn broer Jan in Venray had.

Joost ging naar de Gemeentelijke Lagere School in Venray bij meester Hegge en daarna vervolgonderwijs om zijn middenstandsdiploma te gaan halen. Studeren was niet de grote ambitie van Joost. Hij ging vervolgens als voluntair werken bij de Brandbrouwerij om het brouwersvak te leren. Joost was de enige geïnteresseerde om de brouwerij over te nemen.

Joost was bevriend met de brandweercommandant van Venray en tijdens een feestje ontmoette hij zijn latere eega Paula uit Sevenum. Ze trouwden en verhuisden naar Venray waar ze zich inzetten voor de wederopbouw. Na voldoende ervaring te hebben opgedaan met het brouwen van bier nam hij de brouwerij over. Hij had weinig met bloemen en doopte de Roos om in Brouwerij Rutten. Hij brouwde onder andere Piëlhazebier. Hij was ambitieus en werkte met grote inzet om de brouwerij uit te bouwen.

In die tijd vonden er grote maatschappelijke veranderingen plaats: de infrastructuur werd enorm verbeterd, de brouwerijen steeds groter en er kwamen steeds grotere vrachtwagens. Er gingen potentiële klanten verloren aan grote brouwerijen in opkomst. De Drie Hoefijzers uit Breda, Heineken en de Vriendenkring uit Arcen. Dit alles leidde er tenslotte toe dat de brouwerij in 1953 failliet ging. Het was de laatste brouwerij in Venray.

Joost werd vervolgens depothouder van zijn vroegere concurrent De Drie Hoefijzers. Toen de brouwerij door Allied Breweries werd overgenomen, werd het depot in Venray beëindigd. In die tijd begon aandacht te komen voor champignons en Joost gaf de lege ruimtes een andere bestemming door er een champignonkwekerij in te beginnen. Dat deed hij enkele jaren tot begin jaren zestig.

Hij was actief in de carnavalsoptocht met een eigen groots opgezette wagen met een Piëlhaas als centraal figuur. Hij sponsorde verenigingen en hij kwam op veel plaatsten waar mensen elkaar treffen om de gezelligheid. Zo ook bij het zangkoor Polyhymnia. Hij lanceerde daar de gedachte om operette te gaan zingen en ieder werd daar enthousiast over.

Gé Franken werd de nieuwe dirigent van het operettegezelschap en er werd een miniorkestje samengesteld. Joost assembleerde operettes rond een zelf verzonnen verhaal met melodieën uit bestaande operettes. De eerste werd uitgevoerd ongeveer in de tijd dat de brouwerij in faillissement geraakte.

De première was altijd tweede kerstdag in zaal Wilhelmina aan de Schoolstraat. De periode daaraan voorafgaand was altijd vreselijk druk met maken van kostuums. Deze werden bijna allemaal door de leden zelf gemaakt en met carnaval verhuurd. Daarna ging het gezelschap op tournee langs de kerkdorpen. Dat heeft stand gehouden tot eind jaren 50. Toen nam de belangstelling af. De televisie begon zijn opmars en de vereniging stierf een zachte dood.

Vanaf eind jaren 80 stopte hij met werken en trok zich volledig terug uit het sociale leven en overleed op 22 maart 1998 in Venray. De volledige biografie is op RooyNet te lezen.