Twijfels overheersen over nieuwe opzet kunstencentrum

VENRAY | De gemeenteraad neemt op 17 mei een besluit over de opvolger van kunstencentrum Jerusalem. Onduidelijkheid en twijfels overheersen. De doorstart heeft vertraging opgelopen en is nog altijd weinig concreets bekend. Daardoor wordt het lastig voor de raad een besluit te nemen. Alleen het subsidiebedrag van 250.000 euro staat vast om het eerste jaar te overleven.

Door Henk Willemssen

Tijdens de presentatieavond op 24 maart werden de raadsleden al niet veel wijzer. "Wie gaat ons duidelijkheid geven?", zo verwoordde Esther Hoppenreijs (D66) de gevoelens. Wethouder Lucien Peeters (CDA) zegde toe dat er in april een meer concrete nota zou komen. Die is vorige week door het college vastgesteld en het stuk staat op de agenda van de commissie Leven op donderdag 28 april.

Maar opnieuw blijft veel in nevelen gehuld. Veel mooie woorden, maar weinig tastbaars. Opvallend is de lange lijst met elf risico's. Cultura Venray – de werktitel van de nieuwe netwerkorganisatie – staat nog lang niet op poten en er moet extra geld bij. Dat is wel duidelijk. De externe kwartiermaker heeft te weinig tijd om de zaak op te starten en om een ondernemingsplan te schrijven. De regiegroep blijft voorlopig aan tot 1 september, de datum waarop de nieuwe organisatie moet gaan draaien. Wat de regiegroep precies moet doen is niet helder. Ze vraagt om een concrete vervolgopdracht.

De waarschuwende vinger wordt ook opgestoken: 'Ondanks alle inspanningen van alle partijen is het mogelijk dat de beoogde effecten - duurzame kunst- en cultuureducatie in Venray - niet worden bereikt.' De vertrouwensbasis tussen alle betrokken partijen zou kunnen wegvallen. Terwijl nog nieuwe knelpunten op de loer liggen.

De gemeente moet ook in het komende cursusjaar 2016/17 subsidie verstrekken aan kunstencentrum Jerusalem. De raad wordt gevraagd hiervoor bijna een ton beschikbaar te stellen. Terwijl het risico op een faillissement blijft voortduren.

En dan is er nog het hete hangijzer. De miljoenenoperatie die het ontslag van de vaste medewerkers gaat kosten. De gemeente verwijst naar de rechter. 'Bij juridische procedures is het aan de rechter hierover een eindoordeel te geven.' De gemeente gaat 'voorzichtigheidshalve' uit van een aansprakelijkheid van de helft van de frictiekosten van 7,2 miljoen euro. Het risicobedrag is daarom geraamd op 3,6 miljoen euro. Een jaar geleden, op 20 april, schoot de gemeenteraad met een nipte meerderheid de beoogde opvolger pArt4 af. De gemeente had er al 250.000 euro ingestopt en was bereid 1,6 miljoen euro te steken in de afbouw. Het geld was vooral bestemd voor de vertrekregeling.

41 van de 45 medewerkers hadden hun handtekening gezet onder een overeenkomst waarin ze afzagen van hun oude rechten. CDA, D66 en PvdA steunden de doorstart met pArt4. De andere vijf partijen stemden tegen, waardoor het voostel met twaalf tegen dertien werd verworpen.

Daardoor verdwenen alle getekende overeenkomsten met het personeel in de prullenmand.