Impasse over convenant paracommercie Venray

Venray | Er is een impasse ontstaan tussen de afdeling Venray van Koninklijke Horeca Nederland en de gemeente Venray. Het bestuur schuift niet meer aan bij de gemeente om te praten over een convenant dat tot doel heeft 'te komen tot een eerlijk speelveld op het gebied van horeca'. Vooral de zogeheten BV-constructies zijn het bestuur een doorn in het oog.

Door Ron Koenen

Alle gemeenten moeten een paracommerciële verordening hebben. Doel ervan is het voorkomen van oneerlijke concurrentie met de reguliere horeca. Wat mag een dorps- of wijkcentrum, een kantine, een schouwburg of een stichting wel en niet als je het hebt over horeca? Mag een paracommerciële instelling, buiten haar doelstelling om, bijvoorbeeld een bruiloft organiseren? Dit is in Venray, in goed overleg (horeca, gemeente, wijk- en gemeenschapsgebouwen, culturele instellingen en sportclubs), in de verordening vastgelegd. Het 'extra' overleg ging over de BV-constructies. "Een aantal instellingen wil zich niet houden aan de beperkingen in de verordening", zegt voorzitter Geert Pelzer. "Zij hebben een uitweg gevonden in het oprichten van een BV. De stichting en de BV kennen vaak hetzelfde bestuur. Een 'broekzak-vestzak'-constructie, maar dan zonder beperkingen. Wat de stichting niet mag, dat mag de BV wel. Een BV valt namelijk niet onder die verordening. Een maas in de wet. De gemeente zegt te streven naar een 'Venrays model', waarin ook de omzeiling van de wet via de BV-constructies in goede harmonie wordt geregeld. Het Odapark, de schouwburg, De Baank in Leunen en D'n Oesterham in Oostrum. Het zijn voorbeelden van paracommerciële instellingen die gekozen hebben voor zo'n BV-constructie. Zij hoeven zich niet te houden aan de afspraken in de verordening."

Het horecabestuur vindt dat het aan het lijntje is gehouden door de gemeente. "We zijn in twee jaar tijd nog geen steek verder gekomen. De gemeente weigert, ondanks eerdere toezeggingen, hierin een politieke keuze te maken. Ze legt de kosten van het voortbestaan van deze gemeenschappelijke instellingen op het bordje van een kleine groep, de horeca. Een schouwburg mag eigenlijk alleen een drankje schenken tijdens de pauze en na afloop van een voorstelling. Een gemeenschapshuis is alleen bedoelt voor wijk- of dorpsgerichte activiteiten voor de leefbaarheid."

Koninklijke Horeca Nederland wil dit gat in de wet via de landelijke politiek dichten. Dit jaar wordt de wet Markt en Overheid geëvalueerd. "Deze wet ziet er op toe dat de overheid zich zo min mogelijk inmengt in het economisch verkeer. Met medebestuurslid Gijs Schapendonk heb ik de afdeling Leeuwarden bezocht, waar we twee VVD-Kamerleden hebben gesproken die zich hard willen maken voor ons standpunt. Samen met D66-Kamerlid Kees Verhoeven heeft VVD -Kamerlid Erik Ziengs over deze kwestie vragen gesteld aan minister Kamp. Ook is er aan de Tweede Kamer een door de werkgeversorganisatie VNO/NCW samengesteld zwartboek aangeboden over overheden die zich niet houden aan de wet Markt en Overheid. Een onderdeel van dit zwartboek is de schouwburg in Venray."

Daarnaast bezocht Schapendonk namens Horeca Nederland verschillende woordvoerders van politieke partijen. Het Venrayse bestuur houdt z'n hart vast nu de gemeente miljoenen uittrekt om alle wijk- en dorpshuizen op te knappen. Na 1 januari 2018 zijn dorpen en wijken zelf verantwoordelijk voor het in stand houden van hun gebouw. "Ze moeten dan zelf hun broek ophouden, zonder subsidies. Dat geld moet natuurlijk uit de horeca-omzet komen. Als horeca krijgen we er binnenkort dus weer een kleine twintig in onze ogen oneerlijke concurrenten bij. Ik verwacht dat alle dorps- en wijkhuizen, die nu een deels door de gemeente betaalde renovatie krijgen, kiezen voor de BV-constructie. Ze zouden gek zijn als ze het niet doen. Maar dat is wel de doodsteek voor een deel van de reguliere horeca."

Geert Pelzer benadrukt dat de horeca in Venray niks tegen bestuurders heeft van organisaties die voor een BV-constructie kiezen. "Zij maken gebruik van de mogelijkheden die hun geboden worden. Ze komen maximaal op voor de belangen en het behoud van hun stichting. Het is aan de overheid om dit gat in de regelgeving te dichten."