Peter Johannes Vullings (1868-1942)
Leunen | Peter Johannes (Piet) Vullings werd geboren op 14 februari 1868 in Leunen.
In 1881 kwam hij als leerjongen in de drukkerij van het weekblad Peel en Maas. Hij studeerde voor onderwijzer. In 1887 behaalde hij in Maastricht de acte van onderwijzer. In mei 1887 trad hij in het klooster der Missionarissen van het H. Hart in Tilburg. De Heilige Geloften legde hij op 4 oktober 1890 af.
In 1894 werd hij naar Rome gezonden, om daar de Pauselijke Hoogeschool te volgen. Zijn uitmuntende leerkwaliteiten werden diverse malen bekroond met de Gouden Medaille van de Paus. Hij ontmoette de Nederlandse beeldhouwer Pier Pander en maakte kennis met de kunst.
Piet promoveerde met de hoogste onderscheiding tot Doctor in de Godgeleerdheid. Op 30 mei 1896 werd Piet tot priester gewijd en keerde terug naar Nederland. Hij droeg in juli 1896 zijn eerste H. Mis op in de St. Petrus' Bandenkerk. Hij gaf les in ethica en kunstgeschiedenis aan het grootseminarie. Hij hield tal van spreekbeurten over sociale en kunstzinnige onderwerpen.
Rond de eeuwwisseling begon de drankbestrijdingsbeweging onder de katholieken, waar Piet hulp bood. In 1903 was hij professor in het missiehuis in Arnhem en maakte hij de overstap naar het missiehuis in Tilburg.
Piet richtte Mariaverenigingen op onder andere in Boxmeer. Hij was een groot redenaar. In 1905 werd hij benoemd tot overste van het Missiehuis in Arnhem. Hij beklom de kansels van de parochiekerken en predikte zijn overtuigingen van Gods woord. Hij werd hoofdopsteller van de Annalen van de Missionarissen van het H. Hart en van de Almanak van O.L. Vrouw van het H. Hart.
In 1906 ging hij voor korte tijd naar Duitsland en daarna naar Antwerpen. Hij stichtte de "Sobriëtasbeweging" (tegen drankgebruik) in Antwerpen. Deze werd een machtige bond met vertakkingen over heel België. Velen zetten zijn reddingswerk voort.
Tijdens het Mariacongres in 1910 trad hij op met het onderwerp "Maria en de beeldende kunst". Hiermee bewees hij zijn kunstkennis.
De oorlog brak uit. Piet Vullings was legeraalmoezenier en hij kreeg de opdracht het lot van de Belgische vluchtelingen in Zeeland ter harte te nemen. Het Belgische leger riep de aalmoezenier terug, maar de Leunse priester bleef. Het werk viel hem wel zwaarder en na enige tijd moest hij deze post verlaten. Hij nam een nieuwe post voor de vluchtelingen van Breskens in.
Na de wapenstilstand ging Piet Vullings naar Antwerpen om zich voor de "zedelijke en stoffelijke verheffing van het volk" in te zetten. Hij kreeg de leiding over de Vlamingen in Manage ten zuiden van Brussel.
Tijdens zijn zilveren priesterfeest gevierd was hij leider en algemene secretaris van Sobriëtas. De drankbestrijderstroepen in het Bisdom gaven Piet Vullings een huldeblijk in de vorm van ingezameld geld. Piet oefende macht uit op de zielen en "genas" velen van de alcohol.
In 1926 werd hij benoemd tot procurator van de Coquilhatmissie. Hij verbleef in het klooster van Borgerhout bij Antwerpen.
Op 1 januari 1942 overleed in Antwerpen deze beroemde redenaar, zoon van de Leunse smid.
Deze biografie is een ingekorte versie. De volledige versie is te lezen op RooyNet.