Fons Coppus poseert trots voor zijn zeldzame auto.
Fons Coppus poseert trots voor zijn zeldzame auto. Foto: Rikus ten Brücke

Fons verkoopt Chrevrolet niet

Venray | Fons Coppus uit Venray is in het bezit van een bijzondere en zeldzame oldtimer. Én een beroemde, want tijdens de première van de film Riphagen in mei volgend jaar verschijnt de pronkwagen alweer voor de negende keer op het witte doek.

Door Sven Poels

32 jaar geleden was de nu 72-jarige Fons Coppus uit Venray voor zijn toenmalige werk in Denemarken. "In de buurt van ons karwei stond een wel heel bijzondere wagen", weet de inmiddels gepensioneerde autoliefhebber nog.

Het betrof een Chevrolet Eagle uit 1933. "Een zeldzame auto." Zo bijzonder en zeldzaam, dat Coppus – hoewel honderden kilometers van huis – de auto koste wat het kost wilde meenemen. "Via transportbedrijf Jacob Meijer hebben we de wagen naar Stroeken in Tegelen getransporteerd."

Coppus kreeg geen spijt van deze investering. Door de jaren heen is zijn Chevrolet namelijk alleen nog maar in waarde gestegen. En niet alleen omdat de oldtimer een dagje ouder is geworden. Tussen 1990 en nu is de auto namelijk al acht keer te zien geweest in films, series en documentaires van vaderlandse (en Belgische) bodem.

Een chronologisch overzicht: De Brug (1990), Betondorp (1991), de Voltege (1992), Pietje Bell I en II (2002 en 2003), Honderd jaar psychiatrie in Venray (2005), Zwartboek (2006), Bende van Oss (2011) en Hotel 13 (2013). "En Riphagen wordt alweer de negende film", voegt een glunderende Coppus aan het rijtje toe. "Die komt op 4 mei volgend jaar in de bioscoop, en later verschijnt hij nog in een langere, driedelige serie op NPO 3."

Het begon allemaal 25 jaar geleden, toen Coppus met zijn pronkstuk aanwezig was bij een paardenkampioenschap aan de Karpendonkse Plas in Eindhoven. "Als lid van de OTV (Oldtimervriendenkring, red.) was ik gevraagd om met mijn Chevrolet in een tent met aparte auto's te komen staan." Daar had Coppus wel oren naar. Hij parkeerde zijn bolide tussen de andere pareltjes en vanaf toen was er geen weg meer terug. "Ajo Fliervoet van Fliervoet Filmauto's was daar ook. 'Wat zijn jullie aan het doen?', vroeg ik toen ik zag dat hij mijn auto aan het filmen was. Wat bleek? Ajo vond 'm zo interessant, dat hij 'm ergens in een bestand wilde zetten."

Zodoende begon de Deense Chevrolet Eagle uit 1933 aan een opmerkelijke 'acteercarrière' in de Lage Landen. Veelal rijdend als ambulance (o.a. Betondorp en Pietje Bell); een enkele keer stilstaand (Zwartboek) of fungerend als 'lijkenwagen' voor criminelen (Bende van Oss). Met uitzondering van de aanstaande oorlogsfilm Riphagen ("Ik heb die acteur moeten leren rijden") heeft Coppus in alle producties de handen zelf aan het stuur gehad. Soms met draaiende wielen, soms voor een geprojecteerde achtergrond.

De zeventigplusser voelt zich dan voor even als een kind in het sprookjesbos.

"Het is een hele ervaring en mooi om te zien wat er tijdens zo'n opname allemaal gebeurt. Het voelt alsof je in een soort levend museum werkt. Als ik het dan terugzie, ben ik erg trots, ook al is het maar een momentje." Coppus zou zijn 'praalwagen' dan ook nooit ofte nimmer wegdoen. "Ik wilde 'm eigenlijk verkopen, maar de kinderen zien maar wat ze ermee doen."