Wisseling van de wacht bij de toegangspoort, mei 1943.
Wisseling van de wacht bij de toegangspoort, mei 1943. Foto: Gemeentearchief Venray

Expositie over werkkamp Endepoel in Venrays Museum

Algemeen Cultuur en Uitgaan

In oktober, de maand van de geschiedenis, is in de het Venrays Museum een kleine expositie te zien  over het voormalige werkkamp Endepoel ‘Albrecht Rodenbach’ van de Nederlandse Arbeidsdienst (NAD) in Merselo.


De maand van de geschiedenis is een Nederlands geschiedenisevenement met dit jaar als thema Aan het werk. Het Venrays museum heeft de Archeologische Werkgroep Venray (AWV) gevraagd hier invulling aan te geven. Dat was niet zo moeilijk, De AWV is namelijk samen met heemkundestichting ’t Raokeliezer uit Merselo bezig met onderzoek naar het voormalige NAD-kamp Endepoel. Dit kamp van de Nederlandse Arbeidsdienst is een barakkenkamp uit de Tweede Wereldoorlog.


Een groot deel van het kamp is onlangs blootgelegd. Funderingen zijn opgegraven en paden zijn aangelegd. Ook worden er plannen ontwikkeld om dit kamp open te stellen voor publiek. ‘t Raokeliezer werd op het spoor gezet van het NAD-kamp door Adri Ekstijn die werkzaam is bij getraumatiseerde militaire veteranen. Om die trauma’s te verwerken doet hij samen met deze veteranen bodemonderzoek op oorlogslocaties. Studenten van de Saxion Hogeschool uit Enschede hebben over het NAD-kamp Endepoel een afstudeeropdracht gemaakt. Zij hebben daarvoor onder meer mensen geïnterviewd die herinneringen hadden aan het kamp. Sommigen hadden zelfs nog een tijd in het kamp gewoond, direct na de oorlog toen de barakken gebruikt werden als noodwoningen in verband met de heersende woningnood. De expositie sluit goed aan bij de lopende tentoonstelling over de wederopbouw. Tevens zijn de onderwerpen zoals oorlog, woningnood en kampen nog steeds actueel.


Binnen een paar maanden na de capitulatie werd de Nederlandse Opbouwdienst (NOD)) opgezet door rijkscommissaris A. Seyss-Inquart. Doel was de opvang van krijgsgevangen Nederlandse militairen en deze in te zetten bij de opbouw van het land. Als commandant van de Opbouwdienst werd de pro-Duitse J.N. Breunese, voormalig majoor in het Nederlandse leger, aangesteld. Het uiteindelijke doel was om in Nederland, net als in Duitsland, een verplichte arbeidsdienst in te stellen. Hiermee konden Nederlandse jongeren in nationaal-socialistische zin worden opgevoed.

Al in oktober 1940 werd een aanvang gemaakt met het omzetten van de Opbouwdienst naar de NAD (Nederlandse Arbeidsdienst) naar Duits model. En werd begonnen met werven van jongeren tussen de 18 en 21 jaar om op vrijwillige basis ingezet te worden bij arbeid in de bossen, op het land en bij ontginningen. In mei 1941 werd de NOD definitief omgezet naar Arbeidsdienst. Hierbij werd bepaald dat jongeren tussen 18 en 25 jaar hun dienstplicht moesten vervullen in de Arbeidsdienst. Met de vrijwilligheid was het nu wel gedaan. Toen de Duitse bevelhebbers onder meer de Germaanse groet (Hitlergroet zonder de toevoeging “heil Hitler”) wilde invoeren was voor Breunese de maat vol. Hij nam op 5 augustus 1941 ontslag. Door het aanstellen van de pro-Duitse luitenant kolonel L.A.C. de Bock als nieuwe commandant, vond het nationaalsocialisme steeds meer ingang bij de Arbeidsdienst. De instelling van de Germaanse groet bleef echter uit.


Kamp Endepoel werd halverwege 1941 gebouwd en was rond december 1941 klaar voor ingebruikname. Het kamp was geheel zelfvoorzienend en had waterleiding en riolering. Er heerste een militair regiem. De vrijwilligers die tot de arbeidsdienst toetraden, kregen huisvesting, voeding, kleding en fl.0,25 zakgeld per dag. Op kamp Endepoel waren ongeveer 120 arbeiders ingekwartierd. De dienst omvatte de volgende werkzaamheden; brandvrij maken van boswegen, aanleggen en verbreden van paden, schoonmaken en uitdunnen van het bosgebied en aanplant van jonge bomen. Deze werkzaamheden geschiedden onder toezicht van Staatsbosbeheer. In het najaar van 1942 en 1943 werden de arbeidsmannen uit Kamp Endepoel ingezet bij de aardappeloogst in Drenthe en Groningen. Doordat steeds meer mannen onderdoken, kwam de bezetting in de kampen (ruim 63 in heel Nederland) flink onder druk te staan. Tegen het einde van de oorlog waren verschillende kampen al ontruimd.


Bij de strijd om Overloon zijn Duitse militaire nog een paar maanden in het kamp gelegerd. Daarna hebben de Engelsen het kamp in gebruik genomen. De barakken hadden al veel geleden. Na de oorlog hebben nog verschillende Venrayse gezinnen in de barakken gewoond. Ook zijn meerdere barakken hergebruikt in Venray en de kerkdorpen als noodziekenhuis, noodkerk, noodschool, enz. Ekstijn en de veteranen hebben bij hun bezoek aan het kamp meerdere vondsten gedaan die nu tentoongesteld worden. De studenten deden ook nog een opzienbarende vondst, een kalkzandsteen ornament, waarschijnlijk een oud kapiteel dat ook in het museum te zien is. Leden van de Archeologische Werkgroep Venray laten voorwerpen zien die de afgelopen 45 jaar in het kamp gevonden zijn. Medewerkers van het museum hebben in een hoek van het museum een kampje gebouwd waarin dit alles te zien is.

Tijdens de expositie van 1 t/m 31 oktober op vrijdag t/m zondag zijn deze vondsten te bezichtigen. Daarnaast is er foto- en filmmateriaal, boeken en propagandamateriaal te zien en zijn de vrijwilligers van ’t Raokeliezer er regelmatig te vinden voor nadere uitleg. De openingstijden van het museum zijn vrijdag, zaterdag en zondag 13.30-17.00 uur. In het weekend van 9 en 10 oktober 2021 zijn in het museum gidsen aanwezig voor extra toelichting op het project. Op zaterdag 23 oktober 2021 om 10.00 uur is er een georganiseerde wandeling in het voormalige kamp onder leiding van gidsen. Voor meer informatie zie de website van het Venrays Museum. www.venraysmuseum.nl

Uit de krant