Column Marit: Dialectyslexie

Column

Beste Piëlhazen en Piëlhazinnen van Rooj, Ik spreek geen dialect. Mijn ouders komen uit Amsterdam, zelf ben ik geboren in Woerden: dialect is bij mij dus niet met de paplepel ingegoten. En dat vind ik helemaal prima. Maar afgelopen zaterdag had ik het gevoel dat niet iedereen dit net zo prima vond. Ineens voelde ik me een buitenstaander, in het dorp waar ik mij normaal meer dan thuis voel. Voor mijn familie uit het noorden ben ik een echte Limburger, met een flinke zachte 'g'. Voor veel mensen hier ben ik een Hollander: 'Geej kumt hier zieeker niet vandoan?' (zo klinkt mijn geïmproviseerde dialect dus). Afgelopen zaterdag tijdens de prinsenproclamatie kreeg ik wel drie keer een opmerking over het feit dat ik geen dialect kan spreken. En dat dit niet bij 'vastelaovend' past. En toen ik het woord carnaval gebruikte, werd ik op mijn vingers getikt. Want nee Marit, dat vieren we hier niet. Hier vieren we 'vastelaovend'. Iets dat ik twijfelachtig vind, want vastelaovend verwijst toch duidelijk naar het veertig dagen vasten na het feest, een traditie die volgens mij helemaal niemand meer naleeft. Tradities veranderen, de vierders ook. Zoals ik Bart van der Sterren tijdens de proclamatie hoorde zeggen, vier je het feest samen. Dus ook met mensen die hier misschien niet geboren zijn of geen woord dialect verstaan. Er zijn al genoeg problemen in de wereld met scheidingen tussen groeperingen, dus is het niet veel mooier om carnaval aan te grijpen als feest van verbroedering tussen groepen mensen? Niet als een 'alleenrecht' van de dialectsprekende, gewortelde Limburgers. Vastelaovend, carnaval: het is maar welke naam je het beestje geeft. De waarde is niet afhankelijk van de naam die wordt gehanteerd. Het is een feest dat naar mijn idee staat voor vrijheid, humor en gezelligheid en waar iedereen zijn eigen invulling aan mag geven. En dus maak ik gewoon mijn Vernederlandste mama-appelsap-versies  van al die voor mij onverstaanbare liedjes. Zo zing ik al jaren 'Hé Roojse haas, kom dan gaan we fietsen'. Prima, toch? Met zoveel drank op hoort toch niemand dat meer. Mensen, carnaval is een feest. Geen institutie. Neem jezelf niet al te serieus.

Uit de krant