Het programma Kansrijke Start richt zich op de eerste 1000 dagen van het kind.
Het programma Kansrijke Start richt zich op de eerste 1000 dagen van het kind. Foto: Persfoto

Actieprogramma Kansrijke Start van start

Algemeen

In het actieprogramma Kansrijke Start bundelen de gemeenten, het sociaal domein en het medisch domein in Noord- en Midden-Limburg hun krachten om meer kinderen een kansrijke start te geven. Het programma richt zich op de eerste 1000 dagen van het kind, want die zijn essentieel voor de ontwikkeling van de gezondheid. Op donderdag 24 september vindt er een regionale bijeenkomst plaats en geven de betrokken partijen samen het startschot.

Een baby die de eerste 1000 dagen blootstaat aan stress, rook, slechte voeding, mishandeling of andere risicofactoren, heeft een achterstand voor de rest van zijn/haar leven. Bij deze kinderen bestaat er op latere leeftijd een grotere kans op lichamelijke aandoeningen, zoals diabetes, hart- en vaatziekten, overgewicht en/of geestelijke problemen, zoals depressie.

Behalve een ongezonde start van kinderen door genetische aanleg, gezondheid en/of leefstijl van de ouders, spelen juist ook sociale factoren een belangrijke rol bij een slechte start. Denk hierbij aan armoede, een slechte leefomgeving, eenzaamheid of een beperkt sociaal vangnet. Deze factoren kunnen extra bijdragen aan chronische stress. En stress is een belangrijke oorzaak voor veel gezondheidsproblemen.

De keuze om rond de eerste 1000 dagen lokaal en regionaal een brede aanpak te ontwikkelen, is daarom heel waardevol. Er is in die eerste periode veel winst te behalen voor de toekomst. Er wordt niet alleen gekeken naar problemen op het gebied van gezondheid, maar naar alle achterliggende problemen van (aanstaande) ouders.

De samenwerking tussen het sociaal en medisch domein is in deze uniek en krachtig. Voor Noord- en Midden-Limburg gaat een kwartiermaker afspraken maken tussen alle organisaties die een rol spelen rond de geboorte van een kind. In die keten zitten onder andere verloskundigen, huisartsen, kinderopvang, gemeenten en zorgverzekeraars. Samen gaat men aan de slag om te komen tot een plan van aanpak dat moet leiden tot een kansrijke start voor kinderen.

Uit de krant