De koppen van José Fijnaut en Maria Stams.
De koppen van José Fijnaut en Maria Stams. Foto: persfoto

'Je loopt door mijn hoofd'

Algemeen

In het Odapark in Venray is sinds kort de tentoonstelling ‘Je loopt door mijn hoofd’ te bewonderen. De tentoonstelling is een ‘wandeling’ door de hoofden van vijf kunstenaars. De bezoekers zien onder meer geboetseerde kleikoppen. De kunstenaars Floor Martens, Maria Stams, José Fijnaut, Mike Moonen en Robin Waart exposeren hun werk tijdens ‘Je loopt door mijn hoofd’ tot en met 27 september.

Joep Vossebeld, curator van het Odapark, is amper drie maanden aan de slag in het Odapark en het coronavirus slaat een gat in ieders bewustzijn. En alsof dat nog niet genoeg is, schiet Cultuurtank Limburg, een provinciale adviescommissie, een gat in de meerjarenbegroting van de Cultuurplanstatus Odapark. De curator laat zijn hoofd niet hangen. Integendeel, hij zet door.

Net als de kunstenaars José Fijnaut en Maria Stams. Onder de naam Koppig Limburg werken zij ruim tien jaar samen. Voor ‘Je loopt door mijn hoofd’ heeft het duo hoofden gemaakt van klei. Gedurende diverse gesprekken hebben Fijnaut en Stams 180 koppen gemaakt. Vooral de massaliteit van de koppen maakt indruk. Soms staan de twee hoofden, die de twee kunstenaars afzonderlijk van één en dezelfde persoon maken, naast elkaar in de speciaal daarvoor ontworpen stalen rekken. Als dat niet het geval is, ligt het andere hoofd op de grote hoop.

Kunstenaar Floor Martens toont in het Odapark een wand met afgeknipte vlechten. Voor de coronacrisis heeft Martens tijdens intieme sessies de vlechten gemaakt bij vrouwen die ze ontmoette. Daarna heeft de gevlochten haren afgeknipt en bewaard. Daarnaast maakte ze een geluidswerk.

Wat er in het hoofd van kunstenaar Robin Waart rondwaart, is te zien op de achterwand in de projectruimteruimte. Voetnoten en verwijzingen hebben op een heel speciale manier zijn belangstelling. Door deze uit hun context te plaatsen verrast hij de toeschouwer. Het watermerk in het papier verraadt de titel van het boek dat hij op een tafel exposeert. Goed kijken lijkt Robin Waart te willen zeggen zonder tekst.

Als je het RABO Kunstlab binnenloopt, wandel je pardoes het hoofd binnen van de kunstenaar Mike Moonen. Zijn bovenkamer wordt letterlijk en figuurlijk overspoeld door een onophoudelijke stroom aan ideeën zo lijkt het wel. Volgens Vossebeld schijnt hij af en toe te roepen: ‘Ik weet het niet meer.’ Moonen toont op zijn manier de inboedel van oma die afgelopen maand maart overleed. Aanvankelijk wil hij de spullen uit haar interieur in één dezelfde kleur verven, maar Mike bedenkt iets nieuws: hij voorziet oma’s spulletjes van een nieuwe huid door ze in te smeren met zand uit het park. Je moet helemaal niet verbaasd staan als deze installatie er eind september anders uitziet dan nu.

Al met al een start waarvan Vossebeld nauwelijks heeft durven dromen. Nu de tentoonstelling er eenmaal staat, is hij blij dat het allemaal gelukt is. “Eén groot cadeautje”, antwoordt hij op de vraag hoe hij nu terugblikt op start en finish. En achter in zijn hoofd doemen al nieuwe plannen op voor de volgende expositie. Nee, een titel heeft hij nog niet, maar wel vier namen: Keetje Mans, Elke Lutgerink, Chantal Ledoux en Vera Gulikers.

Het Odapark is geopend op donderdag tot en met zondag van 13.00 tot 16.00 uur.

Uit de krant