Boswerk voor een sterker en jonger bos

Wie de komende maanden door de bossen van de Ballonzuil of Boschhuizen wandelt, ziet dat er repen schors van stammen zijn gesneden. Ook worden er bomen omgezaagd. Dat heeft te maken met het versterken  en verjongen van het bos. 

Eens in de zes à negen jaar moet een bos worden uitgedund: sommige bomen moeten verdwijnen om andere de kans te geven met tak en blad meer in de breedte te groeien. Daardoor worden ze sterker en gezonder. Verder moet een bos op een bepaald moment verjongd worden. Als het kan wordt het op natuurlijke wijze verjongd, anders wordt er aangeplant. Afgelopen jaar heeft de gemeente Venray in de Ballonzuil- en Boschhuizerbossen de bomen die moeten verdwijnen om het bos te versterken of verjongen gemarkeerd. Dat is gebeurd door een reep van de schors te snijden. Dit is het merkteken voor de houtzagers die in de bossen aan het werk gaan. Het merken met een mes heet 'blessen', omdat de streep witte bast doet denken aan de bles van een paard. Welke bomen om moeten, hangt af van het doel van het bos. Als dat doel bijvoorbeeld een rijke natuur is, moeten er grillige bomen groeien, met holtes voor dieren. Is houtproductie het doel, dan zijn juist rechte, takvrije stammen van belang. Op de meeste plekken waar nu bomen worden geveld gebeurt dat voor de natuur of vanwege recreatie. En af en toe voor de houtproductie. In de Venrayse bossen worden die functies waar mogelijk overigens geïntegreerd. Vanaf 4 januari gaan de houtzagers aan het werk. De bomen die worden omgezaagd, worden verkocht. De opbrengst wordt besteed aan bosbeheer. Afhankelijk van dikte, rechtheid en soort wordt het hout verwerkt tot papier, spaanplaat, MDF, latten, plankjes of meubels.