Celstraf geëist tegen overvaller hotel Asteria

Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vrijdag voor de rechtbank in Roermond een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie jaar waarvan één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar geëist tegen de 25-jarige Bert van E. uit Venray. De man heeft bekend dat hij op 20 juni van dit jaar een gewapende overval heeft gepleegd op hotel Asteria in Venray. Hij liep met een paraplu boven zijn hoofd en een neppistool in de hand om zes uur 's ochtends het hotel binnen en vroeg twee medewerksters om geld. Een minuut later stond hij weer buiten, nadat hij nog had geroepen: 'Als er niets in zit, dan kom ik terug.' Van E. meldde zich dezelfde dag nog bij de politie. Hij verklaarde dat hij uit wanhoop heeft gehandeld. De Venraynaar had gokschulden en geen geld meer. Een brief die hij die dag ontving van een grote schuldeiser vormde de druppel. Bert van E., die geen strafblad heeft, beseft dat zijn overval veel leed heeft veroorzaakt bij de twee slachtoffers en zijn naasten. Hij betuigde daarom zijn spijt. Zijn raadsvrouw A. Hollman vindt de eis niet in het belang van haar cliënt en de slachtoffers, die een schadevordering van respectievelijk 1522 en 1750 kregen toegewezen door het OM. Zij opteert, in de lijn van het reclasseringsrapport, voor een onvoorwaardelijke werkstraf 'omdat haar cliënt op alle fronten hard werkt aan het oplossen van zijn problemen'. Hollman: 'Hij heeft werk, een groot sociaal netwerk, een stabiele thuissituatie, komt afspraken na, heeft zelf een toegangsverbod geregeld bij Holland Casino, is een 'first offender' en berouwvol. De kans op een terugval na detentie is volgens haar groter dan bij een werkstraf. De rechtbank doet op 18 oktober uitspraak in deze zaak.